chromosomen in lichaamscellen

In de afbeelding hieronder zie je de chromosomen uit één lichaamscel van een vrouw. Deze chromosomen zijn netjes in rijen gelegd en met een computer ingekleurd. Het zijn 46 chromosomen. Elke cel van een mens heeft 46 chromosomen.
Je ziet dat er telkens twee chromosomen bij elkaar liggen. Deze twee chromosomen zijn aan elkaar gelijk. Ze horen bij elkaar. Dat noem je een chromosomenpaar. Chromosomen komen dus in paren voor. Eén paar chromosomen bestaat uit twee gelijke chromosomen. Een mens heeft 23 chromosomenparen in een celkern.

chromosoomparen