Molecuulformules

Scheikunde bestaat overal ter wereld. Maar de naamgeving van stoffen is in ieder land anders. IJzer heet in Engeland iron maar in Frankrijk noemen ze ijzer fer. Om dit probleem op te lossen, werken ze in de scheikunde overal in de wereld met dezelfde taal: molecuulformules.

Moleculen zijn zoals je in het vorige deel van de les al geleerd hebt, opgebouwd uit atomen. Zo zijn miljoen verschillende soorten moleculen opgebouwd uit ongeveer honderd verschillende atomen. De verschillende soorten atomen hebben allemaal hun eigen symbool. Voordat we verder gaan kijken naar hoe de moleculen van verschillende stoffen zijn opgebouwd en hoe je de molecuulformules van deze stoffen schrijft, ga je opzoek naar de symbolen van verschillende atomen in de onderstaande opdracht.

 

Opdracht

 

Nu we een overzicht hebben van de symbolen van veel voorkomende atomen kunnen we kijken naar hoe moleculen zijn opgebouwd. Elk molecuul heeft zijn eigen aantal en soorten atomen. Een watermolecuul bestaat bijvoorbeeld uit twee waterstofatomen en één zuurstofatoom. Een zuurstof molecuul bestaat uit twee zuurstofatomen. Een waterstof molecuul bestaat uit twee waterstofatomen. Een koolstofdioxide molecuul bestaat uit één koolstofatoom en twee zuurstofatomen. En een stikstof molecuul bestaat uit twee stikstofatomen.

Je kunt nu gaan kiezen hoe je wilt leren om molecuulformules op te stellen. Je kunt ervoor kiezen om een kennisclip te kijken of een stukje tekst te lezen. Hieronder vind je de links. Maak na het bestuderen van de video of de tekst, de opdrachten die onder de links staan.

 

Bekijk de video

Bekijk de tekst

 

Opdrachten