Kenntnisstest 3
Wat moet je kennen en kunnen voor Kennistest 3:
- Grammatik: Präsens t/m Fase 6.
- Grammatik: Possessivpronomen Fase 1 - 3 .
- Grammatik: Modalverben 1 t/m Fase 2
- können - kunnen;
- dürfen - mogen, toestemming vragen;
- müssen - moeten, als noodzaak;
- sollen - moeten, als wens van een ander, aanrading, bevel;
- wollen - willen;
- mögen - houden van of lusten;
- wissen - weten.
- möchten - ik zou willen
- Woordenschat: De woordjes van Thema 3
- Lezen: Een uitgeschreven tekst begrijpen.
- Luisteren: Een fragment begrijpen.