Verslag over je stage. Beantwoord de volgende 6 onderdelen door middel van de vragen die eronder staan. Maak er een goed lopend verhaal van.
Vertel kort iets over het bedrijf of de instelling waar je stage hebt gelopen.
Wat levert het bedrijf?
Waar zit het?
Welke diensten leveren ze?
Hoeveel werknemers hebben ze?
Kun je iets vertellen over de structuur van het bedrijf/de instelling?
Ga op zoek naar foto’s en een logo (internet) en zet deze ook in je verslag.
Waarom heb je gekozen voor dit bedrijf of deze instelling?
Wat is de link tussen je stage en je profielwerkstuk? (minimaal 50 woorden)
Wat is de toevoeging van deze stage voor je profielwerkstuk?
Wie was je stagebegeleider gedurende deze twee dagen en wat is zijn/haar functie binnen het bedrijf/de instelling?
Was de begeleiding op de stage voldoende? Waarom wel /niet?
Wat heb je tijdens de stage gedaan? Laat zien door een fotocollage.
Beschrijf per dag welke activiteiten je hebt uitgevoerd (minimaal 30 woorden per activiteit).
Doe dit middels een fotocollage (minimaal 10 foto’s) +
Maak elke dag één selfie (dus in totaal 2 selfies).
Wat vond je van deze twee dagen? Ben je tevreden? (minimaal in 50 woorden beargumenteren)
Hoe waren de werkzaamheden en de begeleiding?
Met welke mensen heb je in deze stage contact gehad?
Wat waren je leukste werkzaamheden? Waarom? (minimaal 50 woorden)
Welke werkzaamheden vond je minder leuk? Waarom vond je deze minder leuk?
Was de begeleiding op de stage voldoende? Waarom wel /niet?