Activiteiten
| Aan de slag | ||
| Onderdeel | Activiteit | |
| Stap 1 | ![]() |
Na het bestuderen van de theorie kun je in oefeningen het juiste verwijswoord en antecedent aangeven. |
| Stap 2 | en ![]() |
Je kunt in een tekst aangeven welke woorden de verwijswoorden zijn. |
| Stap 3 | en ![]() |
Je kunt een tekst die geschreven is zonder verwijswoorden veranderen in een tekst met verwijswoorden. |
| Stap 4 | ![]() |
Je kunt zinnen, dankzij verwijswoorden, in de juiste volgorde plaatsen. |
| Stap 5 | en ![]() |
Je leert het verschil tussen wat en dat. Je kunt zinnen maken en aangeven waarnaar wat en dat verwijzen. |
| Afronding | ||
| Onderdeel | Activiteit | |
| Samenvattend | ![]() |
Hier vind je de theorie die hoort bij deze opdracht. |
| Eindopdracht | ![]() |
Maak de toets 'Verwijswoorden'. |
| Extra opdracht | ![]() |
Maak eventueel de extra opdracht. |
| Terugkijken | ![]() |
Terugkijken op de opdracht. |

Tijd
Voor de hele opdracht heb je ongeveer één lesuur nodig.