4. In taal en samenleving

Misschien is het je al opgevallen dat de laatste jaren veel namen worden veranderd. Van debatten over het veranderen van straat namen tot de namen van snoepgoed, er gebeurt een hoop. Maar waarom konden bepaalde namen en woorden vroeg wel, maar nu niet meer? Taal veranderd altijd, dat heeft te maken met bewust worden. We staan tegenwoordig steeds meer stil bij het feit dat het n-woord echt niet meer kan. Dit woord werd gebruikt als benaming voor tot slaaf gemaakte en het was zeker geen lief woord. Het was een zeer negatieve benaming die op een nare manier werd gebruikt. Sinds de jaren ’80 van de vorige eeuw begonnen steeds meer mensen zich te beseffen dat het gebruik van dit woord niet meer kan. Steeds meer mensen gaan dit beseffen en leren waar het woord vandaan komt. Zij zien in dat dit anderen pijn kan doen en dat het een zware lading met zich meebrengt.

Hetzelfde geldt voor beledigende namen voor moslims, Aziatische mensen en de Joodse bevolking. Zij zijn onderdeel van een bevolkingsgroep die te maken hebben gehad met racisme en/of discriminatie.

Het racisme van nu (wat wij om ons heen zien) heeft vooral te maken met het feit dat mensen soms niet beter weten. Zij krijgen niet meer zo goed mee waarom iets niet meer kan of zij hebben van huis uit meegekregen dat bepaalde termen wel konden en geplaatst waren. Het kan namelijk ook zo zijn dat deze mensen bijna niet in contact komen met andere culturen, dat zorgt vaak voor angst. Angst voor het vreemde is niet een gek iets, het zorgt er alleen in dit geval voor dat mensen zich afsluiten van een grote groep in onze samenleving.

Nog niet iedereen in de samenleving is op de hoogte van de pijn die bepaalde woorden kunnen veroorzaken. Deze groep moet op een andere manier benaderd worden dan via talkshows (wat je tegenwoordig veel ziet gebeuren).

➜ Bedenk vier andere manieren waarop deze groep benaderd kan worden.

➜ Wat zou je hiervoor nodig hebben?

➜ Hoe zou je jouw boodschap het beste kunnen overbrengen? Leg uit in 150 woorden.