Diabetes

Het doel van de les is dat jullie op een professionele manier voorlichting kunnen geven aan patiënten wanneer ze vragen hebben over diabetes. Nadat we tijdens de volgende PRS les geoefend hebben met casussen spelen die betrekking hebben op diabetes, moet je patiënten met klachten herkennen en een beleid uit kunnen zetten dat klopt volgende de NHG richtlijnen.

Lees de volgende tekst goed door zodat je gaat begrijpen wat diabetes is.

Wat is diabetes?

Diabetes mellitus wordt ook wel suikerziekte genoemd. Als je diabetes hebt is de hoeveelheid suiker (glucose) in je bloed namelijk te hoog. En omdat je nieren al die glucose niet kunnen verwerken komt er glucose (suiker) in je urine terecht. Glucose trekt water mee, waardoor je heel veel urine aanmaakt en je veel en vaak moet plassen. Zo verlies je veel vocht en droog je uit, waardoor je de hele tijd dorst hebt. Als je diabetes hebt en je wordt nog niet behandeld, wil je daardoor veel en vaak drinken.
Diabetes is een chronische aandoening, je kunt er dus niet van genezen.

Klik op de volgende link en bekijk het filmpje over diabetes heel aandachtig, herhaal het zo nodig, het is immers ingewikkelde stof.

Maar let op: de normaalwaardes die ze noemen kloppen niet met de normaalwaardes die wij aanhouden volgens de voor ons geldende richtlijnen!! Ieder ziekenhuis of laboratorium houdt zijn eigen richtlijnen aan.

Wat is diabetes?

In het filmpje over diabetes werd onder andere uitgelegd hoe insuline werkt. Lees de volgende tekst aandachtig door zodat je goed gaat begrijpen hoe insuline werkt.

Wat is insuline?

Insuline is een hormoon dat helpt bij de opname van glucose in je lichaam. Het wordt aangemaakt in je alvleesklier, ook wel pancreas genoemd. De alvleesklier maakt hormonen en enzymen aan. In een speciaal gebied van de alvleesklier liggen de eilandjes van Langerhans met speciale cellen (bèta- en alfacellen) die de hormonen aanmaken. De bètacellen maken insuline aan en de alfacellen glucagon.

Hormonen zijn stoffen die door cellen of organen worden gemaakt en daarna worden afgegeven in je bloedbaan. Ze kunnen hierdoor op een andere plek in het lichaam bepaalde acties in gang zetten. Dit geldt ook voor het hormoon insuline, het zorgt ervoor dat glucose in de cellen kan worden opgenomen. Insuline werkt als een sleutel die de deur in de lichaamscel opent waardoor glucose naar binnen kan gaan. De lichaamscel heeft een soort sleutelgat (een receptor), waar de insuline precies in past.