Je krijgt een vraag met een aantal (meestal 4) antwoordmogelijkheden waaruit je het juiste antwoord moet kiezen. Je vindt hieronder een voorbeeld van een meerkeuzevraag (zonder de tekst). Je krijgt info over hoe je dit type van vragen aanpakt en wat je kunt doen bij eventuele twijfel.
Voorbeeld 1
Een concrete vraag:
Wie viel Zeit haben die Filmarbeiten für "Typisch" gekostet? (Absatz 2)
|
Aanpak
1. Lees alleen de vraag. (dek de antwoordmogelijkheden af)
2. Zorg ervoor dat je de vraag goed begrijpt. Gebruik (als het echt niet anders kan) een woordenboek.
3. Zoek de plek in de tekst waar je moet lezen om het antwoord te vinden. (hier dus in alinea 2).
4. Lees dan het tekstgedeelte en formuleer zelf het antwoord op de vraag.
5. Kijk met welk antwoord jouw antwoord (min of meer) overeenkomt en kies dat antwoord.
Twijfel je?
6. Streep de antwoorden die het zeker niet zijn door.
(Vaak zijn er één of twee onzinantwoorden.)
7. Lees de vraag en de overgebleven antwoorden nog eens goed.
8. Kijk weer in de tekst.
9. Markeer woorden die zowel in de antwoordmogelijkheden als ook in de tekst staan.
(Het juiste antwoord is altijd terug te vinden in de tekst, alleen vaak met andere woorden.)
10. Kies het antwoord waarvoor je de meeste aanwijzingen in de tekst hebt gevonden.