Met een vraag uit deze groep kun je meestal meer dan 1 punt scoren. Je moet per bewering/stelling aangeven of die juist/onjuist is of wel/niet overeenkomt met de tekst.
Je vindt hieronder een voorbeeld van een vraag uit de groep beweringen/stellingen.
Je leest ook hoe je de vraag aanpakt en je krijgt ook tips en trucs.
Voorbeeld
Geef van elk van de onderstaande beweringen aan of deze wel of niet overeenkomt met de tekst. Kruis aan 'wel' of 'niet' in de uitwerkbijlage.
Je krijgt korting als je een fiets voor een hele week huurt.
Als je een fiets huurt, dan mag je bagage gratis in een kluisje.
Het dragen van een fietshelm wordt sterk aangeraden.
Bij de huurprijs zitten diverse fietskaarten en water inbegrepen.
Aanpak:
Lees alle beweringen en onderstreep kernwoorden.
Check per bewering of die klopt met de tekst.
Lees de tekst en zoek naar de kernwoorden of synoniemen daarvan.
Onderstreep in de tekst het bewijs voor goede beweringen en het tegenbewijs voor foute beweringen (verschillend) en zet het nummer van de bewering erbij.
Geef per bewering antwoord. Gebruik daarbij de woorden uit de vraag (juist/onjuist; ja/nee; wel/niet) als je geen antwoordblad hebt waarop je de woorden kunt omcirkelen.
Wat zijn kernwoorden?
Kernwoorden zijn belangrijke woorden of woordgroepen in een tekst die de hoofdgedachte of het onderwerp van de tekst weergeven. Je kunt ze herkennen door te letten op woorden die vaak terugkomen of die extra benadrukt worden, en door te kijken naar de titel, tussenkopjes, inleiding en slot van de tekst. Kernwoorden zijn belangrijk omdat ze je helpen om de inhoud en structuur van de tekst te begrijpen en de belangrijkste informatie eruit te halen. Dit kan bijvoorbeeld handig zijn bij het beantwoorden van vragen over de tekst.
Let op:
Een bewering is pas juist als ALLE elementen uit die bewering juist zijn. Knip de bewering dus in stukjes en check elk element of het klopt.
Tips:
'Sterke' woorden als immer (altijd), nie (nooit), alles (alles), nur (alleen maar) staan vaak in foute beweringen.
'Zwakke' woorden als manchmal (soms), ab und zu (af en toe), hin und wieder (af en toe) staan vaak in goede beweringen.
Een stelling die logisch klinkt maar niet in de tekst staat, is fout.
Als de beweringen niet op alfabetische volgorde staan, dan staan ze op volgorde van de tekst.
Het is mogelijk dat alle beweringen bij een vraag goed zijn. Het is ook mogelijk dat alle beweringen bij een vraag fout zijn. Laat je daardoor dus niet onzeker maken!