Tekst 1
In de twaalfde en vooral de dertiende eeuw nam de verering van de Heilige Maagd Maria, de moeder van Jezus Christus, steeds grotere vormen aan. De christelijke kerk had behoefte aan een moederfiguur, een object van verering dat in veel godsdiensten uit de oudheid centraal stond. De dertiende eeuw was een periode van religieus elan die volgde op de kruistochten. De meest vooraanstaande van de middeleeuwse theologen die tot de Mariadevotie inspireerden, was Bernardus van Clairvaux.
Een piëta is een voorstelling van Maria met de gestorven Christus op haar schoot. Het onderwerp past bij de kruisafname, de bewening of lamentatie en de graflegging van Christus, maar staat niet beschreven in de bijbel. In de dertiende eeuw wordt het een veelvoorkomend thema in de religieuze kunst.
Het woord piëta is afgeleid van het Latijnse pietas dat onder meer medelijden betekent.
(Bronnen: afbeelding 1, tekst 1)
Op afbeelding 1 zie je een beschilderd houten beeld uit 1350 van een treurende
Maria met de gestorven Christus op haar schoot. Dit wordt een piëta genoemd.
Voorstellingen van de piëta waren in de eerste plaats bedoeld om het gevoel
van de middeleeuwse beschouwer aan te spreken.
VRAAG 1
(2p) Noem drie manieren waarop dit beeld medelijden opwekt of die emotie versterkt.
ANTWOORD VRAAG 1:
maximumscore 2
drie van de volgende antwoorden:
− Het lichaam van de dode Christus is (hoekig) geknakt.
− Hij heeft bloedende wonden / wonden met gestold bloed.
− Zijn lichaam is mager of uitgeteerd.
− Maria heeft een bedroefde uitdrukking op het gezicht.
− Het onderwerp van een moeder met een dood kind is per definitie
meelijwekkend.
indien drie antwoorden juist 2 indien twee antwoorden juist 1 indien minder dan twee antwoorden juist 0