Binnen de economische dimensie praten we simpelweg over alles wat invloed heeft op geld. Kijkend naar de samenleving, dan weten we hoezeer ons leven om geld draait. Zo kopen we geregeld een frikandel broodje in de supermarkt, of nieuwe schoenen in de Westfield Mall. Alles wat uiteindelijk invloed heeft op deze aankoop, behoort tot de economische dimensie. Hierbij praten we dus bijvoorbeeld over:
Belasting
Inflatie
Salaris
Hierbij praten we echter over harde cijfers. Je kan daarentegen ook een economische beschrijving maken via tekst. Zo zou je kunnen vertellen over:
De ligging van de Rotterdamse haven (En waarom juist daar).
Waar je schoenen gemaakt zijn (En waarom juist daar).
Waar de koffie bonen vandaan komen (En waarom juist daar).
Met de economische dimensie beschrijf EN onderbouw je waarom iets plaatsvindt, met economische onderbouwing. Zo praten we voornamelijk over kosten of omzet.
Je schoenen worden bijvoorbeeld gemaakt in China, door de lage arbeidskosten.
Je koffie bonen komen bijvoorbeeld uit Ethiopiƫ, door de lage productiekosten