Vragen over het Kastenstelsel

Negen vragen over het Kastenstelsel.

 

  1. Hoe kom je in een bepaalde kaste terecht?
  1. Door je geboorte
  2. Door je opleiding
  3. Door je rijkdom
  4. Door geluk

2. Kun je de kaste waar je in bent geboren tijdens dit leven verlaten?

  1. Ja, als je rijker wordt
  2. Ja, als je een hogere opleiding doet
  3. Ja, als je trouwt met iemand uit een hogere kaste
  4. Nee, officieel niet

 

3. Wat heeft het leven volgens je kaste te maken met reïncarnatie?

  1. Als je goed karma krijgt omdat je goed volgens je kaste hebt geleefd, kom je in je volgende leven in een hogere kaste
  2. Je wordt altijd in dezelfde kaste wedergeboren
  3. Je kunt maximaal 1 kaste hoger of lager komen in je volgende leven
  4. Niks

 

4. Wat heeft het leven volgens je kaste te maken met karma?

  1. Niks
  2. Als je goed leeft volgens je kaste, krijg je positief karma
  3. Je verdient positief karma als je in dit leven een kaste hoger komt
  4. Wanneer je een positief karma hebt word je oud

 

5. Wat is een kaste eigenlijk?

  1. Zo noem je de samenleving in India
  2. Een groep mensen binnen de samenleving
  3. Dat zijn de leiders van de maatschappij
  4. Een groep mensen die het land besturen

 

6. Wie horen er tot de hoogste kaste?

  1. Handelaren
  2. Boeren
  3. Militairen
  4. Priesters

 

7. Waar of niet waar?  Hoe hoger je kaste is, hoe dichter je bij de goden staat.

 

8. Zet de beroepen op volgorde van hoog (bovenaan) naar laag in het kastenstelsel.

  1. Priesters en leraren
  2. Soldaten en heersers
  3. Handelaren en boeren
  4. Werkers en vaklieden
  5. Onaanraakbaren

 

9. Waar of niet waar? De onaanraakbaren hebben de meest onreine beroepen: zoals kapper of straatveger.