Een staat is een gebied met twee kenmerken:
- het bezit duidelijke grenzen
- het bezit een soeverein bestuur, wat betekent dat het geen hogere autoriteit erkent. Nederland fungeert als een voorbeeld van zo'n soevereine staat, waarbij het eigen bestuur (de reging) de hoogste baas is en andere staten geen invloed hebben.
De grenzen tussen verschillende staten kunnen worden onderverdeeld in twee categorieën:
Zelfs op zee bestaan er grenzen. Het deel van de zeebodem dat grenst aan een land wordt vaak beschouwd als een verlenging van het continent, ondanks dat het onder water ligt. Kunstmatige grenzen zijn getrokken op dit continentaal plat.