Opdracht Rollenspel

Wanneer een cliënt het moeilijk vindt om met technologische hulpmiddelen te gaan werken, kan je hierover in gesprek gaan met de cliënt.

Oefen een gesprek in twee- of drietallen waarbij jullie als zorgverlener en cliënt in gesprek gaan over het gebruik van een technologisch hulpmiddel. Het gesprek begint met de zorgverlener die de cliënt aanraadt met een bepaald technologisch hulpmiddel te werken. De cliënt reageert dan met één van onderstaande zinnen (zie hieronder). Van daaruit gaat het gesprek verder.

Je raadt een cliënt aan om te werken met een bepaald technologisch hulpmiddel. De cliënt zegt:
• Volgens mij is dat te moeilijk voor mij...
• Is dat wel echt nodig?
• Hoe wordt dat bekostigd?
• Wat is de meerwaarde daarvan voor mij?