De begrippen

Regering: bestaat uit de koning en ministers

Kabinet: bestaat uit ministers en staatssecretarissen. Dagelijks bestuur van Nederland.

Ministers: helpen bij het regeren van het land. Er zijn verschillende soorten ministers zoals, minister van Justitie, Binnenlandse zaken of Onderwijs.

Saatssecretaris: is een sort onder-minister die verantwoordelijk is voor een deel van de taken van een minister.

 

Taken van de Koning:

 

Prinsjesdag:

Iedere derde dinsdag in september is het Prinsjesdag:

- De koning leest de troonrede voor.

- De minister van Financiën biedt de miljoenennota aan.

 

Troonrede: is een uitleg van de plannen die de regering voor het komende jaar heeft.

Miljoenennota: een gedetailleerd overzicht van de plannen van het kabinet voor het komende jaar.

Rijksbegroting: een overzicht van alle uitgaven en inkomsten die het kabinet voor dat jaar verwacht.

 

Eerste Kamer: bestaat uit 75 leden en de leden worden gekozen door de provinciale staten. Verkiezingen voor de Eerste Kamer is om de vier jaar.

Tweede Kamer: bestaat uit 150 leden en wordendirect door Nederlandse burgers gekozen. Ook deze verkiezingen worden om de 4 jaar gehouden.

Parlement: de Eerste Kamer en Tweede Kamer samen. Zij hebben twee hoofdtaken:

Wetgevingsprocedure: 

Trias politica:

Wetgevende macht: het parlement beslist over wetsvoorstellen.

Uitvoerende macht: de ministers voeren de wetten uit.

Rechtelijke macht: de rechters beoordelen of de overheid en burgers zich houden aan de wetten.