BEOORDELING DOOR DE PRAKTIJKOPLEIDER
Tussen- en eindbeoordeling.
De praktijkopleider beoordeelt met behulp van een digitaal beoordelingsssyteem (zie documenten). De kerntaken, werkprocessen en competenties staan centraal in dit model maar daarnaast is er ook speciaal aandacht voor de beroepshouding (o.a.werkhouding, communicatie, zelfstandigheid, interesse) van de student.
Een praktijkopleider kan een student een voldoende geven voor de BPV als:
de student halverwege en aan het einde van de BPV de beoordeling heeft ingevuld
de student aan het einde van de BPV meerdere werkprocessen heeft behaald
de student een BPV (stage)verslag heeft gemaakt (waarin het accent ligt op de
wekelijkse zelfreflectie)
de student wekelijks de urenverantwoording heeft laten aftekenen
de student minimaal 290 of 490 (of samen 780) uur gedaan heeft
presentatie tussen- en eindbeoordeling