Extra Uitleg

De bladeren van planten kunnen zelf voedsel maken. Dit doen ze door fotosynthese. Fotosynthese vindt plaats in bladgroenkorrels in het bladmoes.​ Voor fotosynthese hebben planten licht, koolstofdioxide en water nodig.​

Het (zon)licht wordt opgevangen door bladgroen van de bladeren, De koolstofdioxide in de lucht wordt opgenomen door huidmondjes die aan de onderkant van de bladeren zitten en alle water (en mineralen) wordt dankzij de wortelharen opgenomen.

Bij de fotosynthese ontstaan voedingsstoffen voor de plant, namelijk glucose (suiker).​ Uit glucose kan de plant allerlei andere voedingstoffen maken, zoals zetmeel. Uit fotosynthese ontstaat ook zuurstof.​ Een klein gedeelte van de zuurstof gebruikt de plant zelf, de rest komt in de lucht terecht. Deze zuurstof gebruiken wij om te ademen. De fotosynthese is dus een belangrijke voorwaarde voor het bestaan op aarde; zonder zuurstof is immers geen leven mogelijk.

In de bovenstaande afbeeldingen is het proces die een plant maakt weergegeven zodat fotosynthese kan plaatsvinden. Het volgende gebeurt in de afbeeldingen:

1. De boom neemt via zijn wortels water op. Dankzij de wortelharen van de wortels worden de mineralen en water gemakkelijk(er) opgenomen. 

2. Water gaat via de stengels naar de bladeren.

3. Het blad neemt naast water ook koolstofdioxide ook licht op. Koolstofdioxide kan ook Co2 genoemd worden. 

4. Er vindt fotosynthese plaats in de bladgroenkorrels. Bladgroenkorrels zijn celonderdelen die alleen in planten te vinden zijn. 

5. Dankzij de fotosynthese is er zuurstof en glucose ontstaan. 

Uit de bovenstaande gegevens kan je al  opmerken wat de plant nodig heeft om fotosynthese te laten gebeuren, en wat de eindproducten zijn. Voor jullie heb ik een formule die het proces nog overzichterlijker maakt:

Water + koolstofioxide + (zon)licht --> glucose + zuurstof