In je grote hersenen ligt je geheugen opgeslagen. heel je leven sla je daar stukjes informatie op. je kan veel soorten informatie opslaan. zo kan je je woorden, geuren, vormen maar ook mzuiek en bewegingen herinneren.
je slaat informatie op in twee soorten geheugen:
Het kortetermijngeheugen en het langetermijngeheugen.
Als je iets vaak oefent gebruik je steeds dezelfde zenuwcellen. die zenuwcellen maken steeds sterkere verbindingen. op een gegeven moment komt er een vaste route. dit noemen we een geheugenspoor.