Je hebt nu de eerste stappen doorgelopen en ontdekt wat vriendschap nou eigenlijk is.
Toch is niet iedereen in de klas je beste vriend maar kun je wel met andere kinderen praten, samenwerken of spelen. Maar hoe ga je dan met elkaar om en zorg je ervoor dat iedereen het naar zijn zin heeft in de klas?
Een grapje op zijn tijd moet kunnen, maar wat nou als niet iedereen het een leuk grapje vindt?
Bedenk altijd, wanneer dit grapje tegen mij vertelt wordt, vind ik dit dan grappig?
Je hebt geen invloed op een ander, maar wel invloed op je eigen acties.
Opdracht 2: Hoe ga je met elkaar om?
Maak een stripverhaal waarbij het volgende terug komt:
-het verhaal gaat over: jou, vriendschap, positieve omgang met anderen.
Bijvoorbeeld: Je gaat iets met je vrienden doen, hoe ga je dan met elkaar om? Hoe zorg jij ervoor dat iedereen het leuk vindt?
Wat heb je nodig?
-potlood
-werkblad stripverhaal
-kleurpotloden
Stappenplan:
Stap 1: Over wie gaat het verhaal?
Stap 2: Wat gaan jullie doen?
Stap 3: Hoe doen jullie dat?
Stap 4: Waar zijn jullie?
Stap 5: Maak het een positief verhaal.