Voornaamwoorden uitleg

Bezittelijk voornaamwoord

Een bezittelijk voornaamwoord (bzvnw) geeft een bezit aan.
Het staat voor het zelfstandig naamwoord waar het bij hoort en past zich aan aan de eigenaar.

Voorbeelden:

De vormen van het bezittelijk voornaamwoord

Een bezittelijk voornaamwoord staat voor het zelfstandig naamwoord waar het bij hoort. Het kan echter ook zonder zelfstandig naamwoord voorkomen.

Voorbeelden:

 

niet zelfstandig zelfstandig
mijn, m'n mijne
jouw, je, uw jouwe, uwe
zijn, z'n, haar zijne, hare
ons, onze onze
jullie, je, uw uwe
hun hunne

 

Persoonlijk voornaamwoord

Een persoonlijk voornaamwoord (psvnw) verwijst (meestal) naar levende wezens. Het kan in de plaats van een zelfstandig naamwoord staan.

De vorm hangt af van de persoon naar wie het verwijst en van de functie die het persoonlijk voornaamwoord heeft in de zin.

Voorbeelden:

De vormen van het persoonlijk voornaamwoord

Een persoonlijk voornaamwoord past zich aan aan de functie die het persoonlijk voornaamwoord heeft in de zin. Het persoonlijk voornaamwoord heeft een onderwerpsvorm en een niet-onderwerpsvorm.

onderwerpsvorm niet-onderwerpsvorm
ik mij, me
jij, u, je jou, u, je
hij, zij, het hem, haar, ze, het
wij, we ons
jullie, u, je jullie, u, je
zij, ze hen, hun, ze

Voorbeeld:

 

Aanwijzend voornaamwoord

Met een aanwijzend voornaamwoord wordt met taal iets of iemand aangewezen. De aanwijzende voornaamwoorden ‘dit’, ‘dat’, ‘deze’ en ‘die’ komen het vaakst voor.

Voorbeelden:

Een aanwijzend voornaamwoord kan ook zelfstandig (zonder zelfstandig naamwoord) voorkomen.

Voorbeelden:

Bij 'de-woorden' en bij meervoud horen de aanwijzende voornaamwoorden ‘deze’ en ‘die’.
Bij ‘het-woorden' horen de aanwijzende voornaamwoorden ‘dit’ en ‘dat’.

 

Vragend voornaamwoord

In vraagzinnen kunnen vragende voornaamwoorden staan. Er zijn vier vragende voornaamwoorden: ‘wie’, ‘wat’, ‘welk(e)’ en ‘wat voor (een)’.

Voorbeelden:

Niet alle vraagzinnen bevatten een vragend voornaamwoord. Zo zijn er vragen waarop het antwoord ‘ja’ of ‘nee’ is.

Voorbeelden:

Daarnaast zijn er vragen met andere vraagwoorden.

Voorbeelden: