Eindopdracht

De docent neemt de opdracht met jullie door die gemaakt moet worden.

Opdracht:

Je gaat terugkijken naar de opdrachten die je hebt gemaakt. Beschrijf op een A4 of document wat je hebt geleerd van deze opdrachten en wat deze te maken hebben met samenwerken en coördineren. Dus je schrijft per opdracht op wat je hebt geleerd en wat dit te maken heeft met samenwerken en coördineren.

Vervolgens neem je de stageopdrachten van B1-K2-W2 door. Dit zijn O1 en O2. Beschrijf voor jezelf welke informatie je uit de lessen kan gebruiken bij deze opdrachten zodat je dit als je de opdracht op stage daadwerkelijk gaat maken, direct kan gebruiken.

De docent loopt rond en kan je helpen bij vragen.