Hallo allemaal en welkom bij deze les!
De afgelopen weken hebben wij een onderscheid gemaakt tussen constante kosten en variabele kosten. Deze indeling was gebasseerd op de productiecapaciteit.
In dit hoofdstuk hebben we het over de directe en indirecte kosten. Wat is het verband tussen de kosten en het product waarvoor die kosten worden gemaakt. Hoeveel kost het bijvoorbeeld om een Iphone 14 te produceren?
We gaan er hierbij van uit dat de kostprijs altijd bestaat uit één of meer soorten directe kosten en één of meer toeslagpercentages die de indirecte kosten dekken (= compenseren).
De vorige les hebben we het gehad over de primitieve opslagmethode. We gaan vandaag verder met de verfijnde opslagmehtode.