De theorie die je net in de kennisclip voorbij hebt zien komen staat hier onder nog een keer. Het verschil is dat de theorie nu in tekst staat. Hiermee kan je op jouw eigen tempo het nog doornemen en lezen. Er zullen andere voorbeelden bij staan zodat je het op deze manier misschien makkelijker kan begrijpen. Als je de tekst gelezen hebt mag je de vragen eronder maken.
Als jij deze gemaakt hebt mag je de officiële eindtoets maken. Deze telt niet mee voor een cijfer, maar is wel een goede oefening voor de echte toets.
Veel succes!
We beginnen met het eerste leerdoel namelijk;
Wij zijn als mensen de hele tijd aan het communiceren. Constant sturen wij boodschappen naar elkaar waar weer een reactie op komt. De definitie van communicatie is dan ook bedoeld of onbedoeld een bepaalde boodschap op iemand anders overbrengen.
Zo’n boodschap bevat informatie die bestaat uit gedachten, gevoelens en/of gedrag. Bij communicatie is er altijd een zender en een ontvanger. De informatie wordt verstuurd via een medium, een middel om informatie te versturen. Heel vroeger gebeurde dat via klanken, symbolen, grottekeningen of rooksignalen. Sommige van deze media gebruiken we nog steeds, zoals onze stem, handgebaren of symbolen. De communicatiemiddelen zijn in de loop van de tijd steeds verder ontwikkeld, tot aan de digitale media die we tegenwoordig kunnen gebruiken.
We communiceren bijna altijd, soms ook door niets te zeggen. Als jij in de trein met je ogen dicht naar muziek luistert, breng je een boodschap over: laat mij nu even met rust. Het komt regelmatig voor dat een boodschap verkeerd begrepen wordt. Gaat er iets mis in het communicatieproces, dan spreken we van communicatieruis.
Nu gaan we naar het tweede leerdoel kijken;
We onderscheiden de verschillende manieren van communicatie in twee vormen.
Verbaal of non-verbaal
Bij verbale communicatie gebruiken we gesproken en geschreven woorden. Alle andere vormen van communicatie zijn non-verbaal. Denk aan een schilderij, een tatoeage een stoplicht of lichaamstaal. Vaak gebruik je verbale en non-verbale communicatie samen. Je knipoogt bijvoorbeeld of trekt je wenkbrauwen op, terwijl je iets zegt. Bij mailen of appen mis je deze non-verbale signalen. Daardoor kan een bericht anders door de ontvanger worden opgevat dat het was bedoeld. Spreek je elkaar persoonlijk, dan zie je meteen aan de reactie of je boodschap goed overkomt.
Eenzijdig of tweezijdig
Als je naar een tv-programma kijkt of de krant leest, kun je niet rechtstreeks reageren op informatie die je ontvangt, we noemen dat eenzijdige communicatie, je bent alleen ontvanger in het communicatieproces. Vaker komt het door dat je als ontvanger wél een reactie kunt geven op de boodschap die je ontvangt. Dat heet feedback of terugkoppeling. Hierdoor ontstaat er tweezijdige communicatie: je bent een zender en ontvanger tegelijk. Daar is er sprake van als je een gesprek voert met een vriendin, maar ook als je een reactie plaatste op een YouTube-video of een bericht liket op Facebook of Instagram.
Nu mag je de vragen maken die hieronder staan.