Open het boek op bladzijde 21 over beenverbindingen.
Bedenk 6 vragen over beenverbindingen. Bedenk vragen over:
4 typen beenverbindingen(vergroeid, naad, kraakbeen en gewricht)(afbeelding 1 en 2)
De bouw van een gewricht(afbeelding 5 en 7)
De twee typen gewrichten(kogel en scharnier)
De vragen:
4 vragen zijn meerkeuze. Je bedenkt een stelling en bedenkt hierbij 3 antwoordopties (A,B,C). Één hiervan is het goede antwoord en de andere twee antwoorden zijn onjuist.
Bijvoorbeeld: Welke beenverbinding heeft de knie? A. Vergroeid B. Kraakbeen C. Gewricht
2 vragen zijn open vragen. Je bedenkt een stelling en er zijn geen antwoordopties. De leerlingen moeten dit antwoord zelf opschrijven.
Bijvoorbeeld: Wat zijn de kapsels die om de gewrichtskogel zitten?
Zorg er ook voor dat je een antwoordmodel maakt met de juiste antwoorden op de vragen!
Wees creatief in het stellen van vragen en maak ook zeker gebruik van afbeeldingen.