Het bezittelijk voornaamwoord

  1. Het bezittelijk voornaamwoord

 

Een bezittelijk voornaamwoord betekent dat je iets in je bezit hebt. Na een bezittelijk voornaamwoord volgt altijd een zelfstandig naamwoord. De vorm van het bezittelijk voornaamwoord hangt in het Frans af van of een woord mannelijk/vrouwelijk is en of dit enkelvoud of meervoud is.


 

 

Enkelvoud

Enkelvoud

Meervoud

 

Mannelijk / een woord dat begint met een klinker of een stomme h

Vrouwelijk

Mannelijk

Vrouwelijk

mijn

mon

ma

mes

jouw

ton

ta

tes

zijn/haar

son

sa

ses

ons/onze

notre

notre

nos

jullie/uw

votre

votre

vos

hun

leur

leur

leurs

 

Voorbeelden:

 

  1. Hij is mijn broer → Il est mon frère

Frère is mannelijk enkelvoud

  1. Zij is mijn zus → Elle est ma soeur

Soeur is vrouwelijk enkelvoud.

  1. Het zijn mijn ouders → Ce sont mes parents

Parents is in het meervoud.

  1. Het is jouw huis → C’est ta maison.

Maison is vrouwelijk enkelvoud.

  1. Dit is zijn moeder → C’est sa mère

Mère is vrouwelijk enkelvoud.

  1. Dit is onze kat → C’est notre chat

Chat is mannelijk enkelvoud.

  1. Dit zijn onze honden → Ce sont nos chiens.

Chiens staat in het meervoud.

  1. Het is uw leven → C’est votre vie.

Vie is vrouwelijk enkelvoud.

  1. Zij zijn hun vrienden → Elles sont leurs amis.

Amis is meervoud.

  1. Hij is hun vriend → Il est leur ami.

Ami is mannelijk enkelvoud.

Het woord verhaal in het Frans is histoire. Dit woordje is vrouwelijk. Je zou dus denken dat het dan ma histoire moet zijn. Dit klopt niet. Histoire begint met een stomme h, dus krijgen we niet ma histoire (klinkerbotsing), maar mon histoire.

 

Bijvoorbeeld:

 

  1. Mijn vriendin → Mon amie.

  2. Mijn verhaal → Mon histoire.

  3. Het is zijn verhaal → C’est son histoire.

Uitleg video bezittelijk voornaamwoord https://www.youtube.com/watch?v=Lv1Sj8wAemM