De passé composé

C'est quoi?

De passé composé is een tijdsvorm. Je gebruikt dit om te vertellen dat je iets hebt gedaan. Je gebruikt deze tijd op dezelfde manier in het Nederlands. Als je dus zegt, ik heb gelopen, dan gebruik je de passé composé ook in het Frans.

 

Formule

De passé composé heeft er twee.. De passé composé bestaat altijd uit twee werkwoorden. Een werkwoord is het hulp werkwoord, het andere werkwoord is het voltooid deelwoord.

 

Hoe maak je dus de passé composé (oftewel: welke formule):

avoir* + voltooid deelwoord

 

Hoe maak je het voltooid deelwoord?

Voor regelmatige werkwoorden eindigend op -er is er een stappenplan. Die ziet er als volgt uit.

1. haal -er van het werkwoord af

2. Nu heb je de stam

2. Voeg -é eraan toe.

 

Marcher

1. Marcher

2. March

3. Marché

 

  avoir voltooid deelwoord (regarder Nederlands
J' ai regardé Ik heb gekeken
Tu as regardé Jij hebt gekeken
Il/elle/on a regardé

Hij/Zij/ Men heeft gekeken

Wij hebben gekeken

Nous avons regardé                                 
Vous avez regardé U heeft gekeken / Jullie hebben gekeken
Ils/Elles ont

regardé             

 

 

* = mocht je er nu achter komen dat je niet meer goed genoeg weet wat avoir ook alweer inhoudt, ga dan terug naar het kopje 'avoir'.

 

Dit was de uitleg over hoe je van regelmatige werkwoorden eindigend op -er een voltooid deelwoord kunt maken. 

In het Frans heb je ook onregelmatige werkwoorden. De volgende drie onregelmatige voltooid deelwoorden moet je uit je hoofd leren, vanwege de onregelmatigheid: 

Avoir = eu 

être = été

faire = fait

Uitleg video passé composé https://www.youtube.com/watch?v=1VL79DR6G5U