Het bezittelijk voornaamwoord
Een bezittelijk voornaamwoord betekent dat je iets in je bezit hebt. Na een bezittelijk voornaamwoord volgt altijd een zelfstandig naamwoord. De vorm van het bezittelijk voornaamwoord hangt in het Frans af van of een woord mannelijk/vrouwelijk is en of dit enkelvoud of meervoud is.
Enkelvoud |
Enkelvoud |
Meervoud |
|
Mannelijk / een woord dat begint met een klinker of een stomme h |
Vrouwelijk |
Mannelijk Vrouwelijk |
|
mijn |
mon |
ma |
mes |
jouw |
ton |
ta |
tes |
zijn/haar |
son |
sa |
ses |
ons/onze |
notre |
notre |
nos |
jullie/uw |
votre |
votre |
vos |
hun |
leur |
leur |
leurs |
Voorbeelden:
Hij is mijn broer → Il est mon frère
Frère is mannelijk enkelvoud
Zij is mijn zus → Elle est ma soeur
Soeur is vrouwelijk enkelvoud.
Het zijn mijn ouders → Ce sont mes parents
Parents is in het meervoud.
Het is jouw huis → C’est ta maison.
Maison is vrouwelijk enkelvoud.
Dit is zijn moeder → C’est sa mère
Mère is vrouwelijk enkelvoud.
Dit is onze kat → C’est notre chat
Chat is mannelijk enkelvoud.
Dit zijn onze honden → Ce sont nos chiens.
Chiens staat in het meervoud.
Het is uw leven → C’est votre vie.
Vie is vrouwelijk enkelvoud.
Zij zijn hun vrienden → Elles sont leurs amis.
Amis is meervoud.
Hij is hun vriend → Il est leur ami.
Ami is mannelijk enkelvoud.
Het woord verhaal in het Frans is histoire. Dit woordje is vrouwelijk. Je zou dus denken dat het dan ma histoire moet zijn. Dit klopt niet. Histoire begint met een stomme h, dus krijgen we niet ma histoire (klinkerbotsing), maar mon histoire.
Bijvoorbeeld:
Mijn vriendin → Mon amie.
Mijn verhaal → Mon histoire.
Het is zijn verhaal → C’est son histoire.
Uitleg video bezittelijk voornaamwoord https://www.youtube.com/watch?v=Lv1Sj8wAemM