Argumenten 1. Realistische argumenten zijn argumenten over de personages en gebeurtenissen in relatie tot de werkelijkheid. Is het verhaal geloofwaardig, komen de personages levensecht over, zijn de gebeurtenissen voorstelbaar? 2. Emotieve argumenten zijn argumenten over de gevoelens die de tekst bij de lezer oproept. Raakt het verhaal je? Hoe komt de sfeer van het verhaal over? Je gebruikt in je argumentatie bijvoorbeeld woorden als beklemmend, meeslepend, fascinerend, aangrijpend, verrassend, ontroerend. 3. Morele argumenten zijn argumenten over wat je vindt van de gebeurtenissen in het verhaal. Is er een goed of fout? Past dit binnen jouw normen en waarden? |
Je bent bijna klaar met deze leerlijn...! Om alles samen te vatten staan alle begrippen die tijdens de lessenserie Fictie zijn behandeld, in de onderstaande mindmap.
Opdracht
Maak nu zelf een mindmap waarin alle begrippen zijn verwerkt. Geef bij elk begrip een voorbeeld. Je mag hier Coggle, SimpleMind of een andere app voor gebruiken. Zorg ervoor dat je de mindmap bewaart! Deze kan je gebruiken als hulpmiddel voor de eindopdracht verhaalanalyse.
Je kan deze mindmap overnemen en voorbeelden toevoegen. Dit doe je door rechtsbovenin bij de mindmap op 'Download this Coggle' te klikken.