Let op! Dit onderdeel is alleen voor de leerlingen die economie in hun pakket hebben gekozen.
Lees de tekst en maak aantekeningen van de belangrijkste zaken.
Producten worden verhandeld op een markt. Dat kan een concrete markt zijn, zoals de plaatselijke weekmarkt of een rommelmarkt, maar net zo goed een winkel.
Bij economie gaat het vaker over een abstracte markt. Dan heb je het over alle vraag naar en alle aanbod van een product. De zuivelmarkt is hier een voorbeeld van.
Op de markt komt het aanbod van producenten. De vraag komt van hun klanten. Vraag en aanbod bepalen de evenwichtsprijs. Dat is de prijs waarbij vraag en aanbod aan elkaar gelijk zijn. Het aantal producten dat gevraagd en aangeboden wordt bij de evenwichtsprijs, noem je de evenwichtshoeveelheid.
Als de vraag toeneemt en het aanbod gelijk blijft, stijgt de prijs.
Als het aanbod toeneemt en de vraag gelijk blijft, daalt de prijs.
Vraag en aanbod hebben invloed op de prijs. Omgekeerd heeft een prijsverandering gevolgen voor de vraag en voor het aanbod.
Als de prijs stijgt, komt er meer aanbod, want voor die hogere prijs kunnen meer producenten het product met winst verkopen.
Als de prijs stijgt, neemt de vraag af, want als klant kun je of wil je niet zo veel voor dit product betalen.
Dit samenspel van vraag, aanbod en prijs werkt het beste als er veel aanbieders en vragers zijn en de markt transparant is. In een transparante markt kun je de aangeboden producten en de prijzen goed met elkaar vergelijken.
Dus: