Opbouw van DNA

We weten nu dat chromosomen voor voor een grotendeel bestaan uit de stof DNA. DNA bevindt zich in al onze cellen. In de afbeelding zie je een mens die duizende lichaamscellen heeft, deze hebben allemaal een celkern die chromosomen bevatten. Deze chromosomen zijn heel compact en moeilijk af te lezen. De chromosomen bestaan uit bolletjes eiwitten met daaromheen gedraaid het DNA.

DNA is weer opgebouwd uit de basen A, T, C, en G. A- en T vormen altijd een paar en C- en G vormen altijd een paar. Dit noem je een basenpaar. Doordat de basenparen van het DNA in een bepaalde volgorde liggen, onstaat een code met informatie.

Je kunt de code met informatie aflezen als een woord dat bestaat uit letters. Vier letters zijn bijvoorbeeld O, P, S, en T. Met deze letters kun je verschillende woorden maken, die verschillende betekenissen hebben. Denk maar aan stop, top, pot, sop, spot enzovoort. Door deze woorden weer achterelkaar te zetten, kun je weer zinnen maken die nog veel meer verschillende betekenissen kunnen hebben.  

 

Biologie voor jouw
Auteur: Biologie voor jouw