Allelen

In de vorige lessen hebben we geleerd dat op de chromosomen genen zitten. Deze genen bevatten informatie over ons genotype en dus ook ons fenotype. Om nog specifieker te zijn noemen we de informatie in onze genen. Dit noemen we een allel of in meervoud allelen. De allelen kunnen verschillend of gelijk zijn. De twee allelen van een gen vormen een allelenpaar.

 

 

File:Alleli.svg - Wikimedia Commons

Auteur: Creative Commons

 

In de afbeelding hierboven zie je 2 chromosomen, 1 van moeder en 1 van vader. Hierop zit onze informatie die we ook wel een allel noemen. Deze informatie kan afgelezen worden. In dit geval gaat het om de kleur van de bloemen. Je ziet de allelen A, B, C, D. ze dragen allemaal informatie van de kleur bloemen.

Bij gen A zie je bij moeder en vader beiden een allel hebben voor een rode kleur, dus de uitkomst van de kleur bloemen van het 'kindje' zal ook rood zijn. Bij gen B zie je dat vader een allel heeft voor een rode kleur en moeder een allel voor een gele kleur. Als uitkomst is het een kindje met rode kleur bloemen. Dit komt omdat de rode kleur van vader sterker is. Dit noemen we in de biologie dominant. Maar hier zul je later meer over leren!

Het gaat er hier even om dat je weet wat genen en allelen zijn en hoe je zo een afbeelding nou eigenlijk moet aflezen.

 

Bekijk ook het filmpje voor het totaal plaatje in het volgende kopje 'Filmpje'.

 

Tip: Ben je even kwijt wat de begrippen fenotype en genotype enzovoort waren ga dan even naar het kopje 'Begrippenlijst'.