Pas als je het filmpje hebt bekeken ga je aan de slag met de opdrachten!
Maak eerst opdracht 1 t/m 4
Opdracht 3: oefenen met tussenletters:
Als je Opdracht 1,2 en 3 foutloos hebt gemaakt dan kan je door naar de verdiepingsopdracht. Heb je nog moeite met samenstellingen met tussenletters maak je eerst opdracht 4.
Vul de volgende samenstellingen in de zinnen in: zon+straal, onweer+bui, passagier+schip, groente+schotel, reuze+leuk, banaan+schil, beer+sterk, moeder+kindje, pan+koek en koek+pan.