Aantal te halen punten in totaal
Proces 20
Presentatie 10
Inhoud ` 70
Ontwerp 10
Totaal 100
Proces (20 punten)
Punten |
Onvoldoende (0) |
Matig (1-2) |
Voldoende (3-4) |
Uitmuntend (5) |
Samenwerken |
Er is geen samenwerking geweest |
De samenwerking was er een beetje, maar er was slechte communicatie hierover |
De samenwerking was er, maar de een heeft meer gedaan dan de ander |
De samenwerking was er en er zijn geen miscommunicaties ontstaan |
Contact met begeleider |
Er is geen contact geweest met de begeleider |
De begeleider is maar één keer op de hoogte gesteld en de gemaakte afspraken zijn niet nagekomen. |
Er is goed contact geweest met de begeleider, er zijn afspraken gemaakt en hieraan gehouden en de begeleider was op de hoogte van het proces van het PWS |
Er is goed contact geweest met de begeleider, er zijn afspraken gemaakt en hieraan gehouden, de begeleider was op de hoogte van het proces van het PWS en had inzage in alle documenten en kon zo de voortgang beoordelen |
Reflectie |
Er is niet gereflecteerd op het proces |
Er is benoemd wat er goed en niet goed ging, maar hier is niks mee gedaan. |
Er is benoemd wat er goed en niet goed ging en de leerlingen hebben deze punten aangepakt |
Er is benoemd wat er goed en niet goed ging, de leerlingen hebben deze punten aangepakt en zijn zelf ook met een duidelijke zelfreflectie gekomen waarop ze voort kunnen borduren. |
Logboek |
Er is geen logboek bijgehouden |
Het logboek dat bijgehouden is staan de uren vermeld |
Het logboek dat bijgehouden is staan de uren vermeld en welke taken er per uur zijn uitgevoerd |
Het logboek dat bijgehouden is staan de uren vermeld, welke taken er per uur zijn uitgevoerd en is erg overzichtelijk |
Presentatie (10 punten)
Punten |
0 |
0-1 |
Structuur en inhoud |
De presentatie had geen duidelijke en logische opbouw |
De presentatie heeft een duidelijke en logische opbouw: inleiding, middenstuk en conclusie. Duidelijke signaalwoorden en accenten. |
Structuur en inhoud |
De presentatie geeft geen blijk van een goede beheersing van het onderwerp. |
De presentatie geeft blijk van een goede beheersing van het onderwerp. |
Structuur en inhoud |
Het onderwerp wordt niet helder en niet boeiend behandeld. |
Het onderwerp wordt helder en boeiend behandeld. |
PowerPoint en ander visuele ondersteuning |
De dia’s (e.a. visuele ondersteuning) zijn niet duidelijk leesbaar, niet overzichtelijk en staat te veel tekst op. |
De dia’s (e.a. visuele ondersteuning) zijn leesbaar, overzichtelijk en duidelijk (niet te veel tekst). |
PowerPoint en ander visuele ondersteuning |
De dia’s (e.a. visuele ondersteuning) sluiten niet goed aan bij wat de spreker(s) zegt/zeggen en er is onvoldoende tijd om de dia’s te bekijken. |
De dia’s (e.a. visuele ondersteuning) sluiten goed aan bij wat de spreker(s) zegt/zeggen en er is voldoende tijd om de dia’s te bekijken. |
Afstemming op het publiek |
De presentatie is zonder voorkennis niet goed te volgen |
De presentatie is ook zonder voorkennis goed te volgen, m.a.w. er is rekening gehouden met het diverse publiek (docenten, medeleerlingen, ouders). |
Afstemming op het publiek |
De vragen uit het publiek worden niet goed en niet adequaat beantwoord. |
De vragen uit het publiek worden adequaat en goed beantwoord |
Presentatievaardigheden |
Het taalgebruik van de presentatie is niet op niveau |
Het taalgebruik van de Presentatie is op niveau en correct |
Punten |
0 |
0-0,5 |
Presentatie vaardigheden |
De sprekers zijn niet enthousiast. |
De sprekers zijn enthousiast. |
Presentatie vaardigheden |
Er wordt voorgelezen en er is geen goed contact met het publiek. |
Er wordt niet voorgelezen en er is goed contact met het publiek. |
Presentatie vaardigheden |
De sprekers zijn niet goed verstaanbaar. Het spraaktempo is te snel of te langzaam. |
De spreker(s) is/zijn goed verstaanbaar en het spreektempo is prettig. |
Presentatie vaardigheden |
De spreektijd is niet goed verdeeld. De een spreekt langer dan de ander. |
De spreektijd is goed verdeeld. |
Inhoud algemeen (70 punten)
Punten |
Onvoldoende (0) |
Matig (1-5) |
Voldoende (5-9) |
Uitmuntend (10) |
Inleiding |
De inleiding leidt niet het onderzoek in, is onvolledig en de onderzoeksvraag en deelvragen ontbreken. |
De inleiding leidt het onderzoek in, maar de onderzoeksvraag en deelvragen ontbreken |
De inleiding leidt het onderzoek in en is volledig. De onderzoeksvraag en deelvragen zijn aanwezig. |
De inleiding leidt het onderzoek in, prikkelt de lezer en de onderzoeksvraag en deelvragen zijn aanwezig. |
Probleemstelling/hypothese |
Er is geen prombleemstelling/ hypothese beschreven |
De probleemstelling en hypothese zijn beschreven, maar wel onvolledig |
De probleemstelling en hypothese zijn beschreven |
De probleemstelling en hypothese zijn beschreven en zijn zeer passend voor het onderwerp |
Literatuuronderzoek |
Het literatuuronderzoek is onvolledig en er zijn geen bronnen gebruikt. |
Het literatuuronderzoek is volledig, maar er zijn weinig bronnen gebruikt en/of slecht naar deze bronnen verwezen |
Het literatuuronderzoek is volledig, er zijn voldoende bronnen gebruikt en er is op de juiste manier naar de bronnen verwezen in de tekst |
Het literatuuronderzoek is volledig, er zijn voldoende bronnen gebruikt, er is op de juiste manier naar de bronnen verwezen in de tekst en er is een uitzonderlijke bron gebruikt |
Methode en materiaal |
Methode en materiaal zijn onvolledig |
Materiaal en methode zijn beschreven. |
Materiaal en methode zijn duidelijk beschreven, zodat de lezer eventueel zelf het onderzoek uit zou kunnen voeren |
Materiaal en methode zijn duidelijk beschreven, zodat de lezer eventueel zelf het onderzoek uit zou kunnen voeren. Dit is uitzonderlijk goed gedaan. |
Resultaten |
De resultaten zijn onvolledig |
Resultaten zijn beschreven, maar de grafieken en tabellen ondersteunen de tekst niet |
Resultaten zijn duidelijk beschreven en er is gebruik gemaakt van verschillende tabellen en grafieken met een beschrijving, waar ook naar werd verwezen in de tekst. |
Resultaten zijn duidelijk beschreven, zonder hier al een conclusie aan te hangen en er is gebruik gemaakt van verschillende tabellen en grafieken met een beschrijving, waar ook naar werd verwezen in de tekst. |
Conclusie en Discussie |
De conclusie en discussie zijn aanwezig. |
In de conclusie komen nieuwe bevindingen naar voren. De discussie zijn de gebreken benoemd. |
Er is een duidelijke conclusie getrokken vanuit de resultaten. In de discussie is besproken wat de gebreken waren en hoe deze verbeterd kunnen worden. |
Er is een duidelijke conclusie getrokken vanuit de resultaten. In de discussie is besproken wat de gebreken waren en de aanbevelingen voor een vervolgonderzoek zijn benoemd |
Bronvermelding |
Er zijn weinig tot geen bronnen gebruikt. |
Er zijn bronnen gebruikt, maar niet aan de hand van de APA regels. Deze bronnen zijn tevens ook niet betrouwbaar |
De bronvermelding is aan de hand van de APA regels vermeldt en de bibliografie is overzichtelijk toegevoegd |
De bronvermelding is aan de hand van de APA regels vermeldt, de bibliografie is overzichtelijk toegevoegd en er zijn internationale bronnen gebruikt |
Ontwerp (10 punten)
|
Onvoldoende (0) |
Onvolledig (0-0,5) |
Voldoende (0,5-1,5) |
Uitmuntend (2) |
Taalniveau |
Het taalniveau is niet op 3F (havo) of 4F (vwo) |
Er zijn een aantal taalfouten in de teksten gevonden. Het niveau is op 3F |
Het taalniveau is op 3F (havo) of 4F (vwo) |
Er zijn geen taalfouten gevonden. Het taalniveau is op 3F (havo) of 4F (vwo) |
Weergave figuren en tabellen |
Tabellen en grafieken hebben geen onderschrift en zijn niet genummerd. |
Tabellen en grafieken hebben een onderschrift. |
Tabellen zijn duidelijk weergegeven met daarbij een beschrijving onder het figuur of tabel. Alle figuren en of tabellen zijn doorlopend genummerd door het document. |
Tabellen zijn duidelijk weergegeven met daarbij een beschrijving onder het figuur of tabel. Alle figuren en of tabellen zijn doorlopend genummerd door het document. Er zijn uitzonderlijke tabellen en figuren gebruikt |
Weergave totale document |
Het document ziet er onverzorgd uit. |
Het document ziet er verzorgd uit. De afbeeldingen die zijn toegevoegd zijn overbodig of er mist een inhoudsopgave of er missen pagina nummers. |
Het document ziet er verzorgd uit. De afbeeldingen zijn toevoegend en niet overbodig. Er is een inhoudsopgave en er zijn pagina nummers. |
Het document ziet er verzorgd uit. De afbeeldingen zijn toevoegend en niet overbodig. Er is een inhoudsopgave, er zijn pagina nummers en er is iets uitzonderlijks gedaan aan het uiterlijk van het PWS. |
Titelblad |
Titelblad ontbreekt. |
Titelblad bevat titel. |
Titelblad bevat de titel, de naam van de leerlingen en een afbeelding die passend is bij het PWS |
Titelblad bevat de titel, de naam van de leerlingen en een afbeelding die passend is bij het PWS. Er is verder iets uitzonderlijks gedaan aan het titelblad |
Randvoorwaarden aanwezig |
Er missen onderdelen die in het PWS aanwezig moeten zijn. |
Alle onderdelen zijn aanwezig die in het PWS verwerkt moeten worden. |
Alle onderdelen zijn aanwezig die in het PWS verwerkt moeten worden en zijn uitgebreid uitgewerkt. |
Alle onderdelen zijn aanwezig die in het PWS verwerkt moeten worden en zijn uitzonderlijk goed uitgewerkt. |
In de feedback op het huidige beoordelingsmodel van het PWS stond al beschreven dat deze gebrek had aan duidelijke criteria. Niet alleen docenten hadden hier moeite mee, maar ook leerlingen konden niet goed inzien, waar in hun proces zij voldoende scoorden en waar zij nog harder aan moesten werken. Dit verkleinde de autonomie van de leerlingen, wat ervoor zorgde dat de intrinsieke motivatie afnam (Ryan & Deci, 2000). In het vernieuwde beoordelingsmodel zijn deze criteria duidelijker weergegeven. Door per onderdeel de criteria aan te geven, krijgen leerlingen een betere inzage in hun eigen proces tijdens het maken van hun PWS.
Volgens Lans et al.(2015) hebben docenten deze duidelijke criteria nodig om te controleren of een leerling een bepaald niveau heeft gehaald. Doordat deze in het nieuwe beoordelingsmodel duidelijk beschreven staan, kunnen docenten een PWS makkelijker nakijken en kunnen zij beter checken of de leerling op het juiste niveau zit.
Om een toets of opdracht een cijfer te kunnen geven, kan er gekozen worden tussen twee manieren van normeren. Er kan relatief worden genormeerd, hierbij worden de resultaten vergeleken met de resultaten van de overige leerlingen. Vervolgens wordt de normering bepaald naar aanleiding van de gemiddelde resultaten van de rest van de leerlingen. De andere vorm van normeren is absoluut normeren. Hierbij houden docenten rekening met criteria die voorafgaand aan de toetsing is bepaald (Berkel, Bax, & Brinke, 2017).
De normering voor het PWS moet om een absolute normering gaan, de voorwaardes moeten van te voren vastgesteld staan. Dit komt omdat het PWS hoort bij de voorwaardes om examen te kunnen doen. In de wet staat dat het profielwerkstuk uitgevoerd moet worden waarbij leerlingen een presentatie geven van geïntegreerde kennis, inzicht en vaardigheden die zij bij hun vakken hebben opgedaan. Om deze verschillende punten bij een leerling te kunnen toetsen is er een absolute normering nodig. Daarom is er gekozen om te werken met deze criteria (Onderwijsraad, 2022).
Verder is het PWS een middel, zoals al eerder benoemd, om geïntegreerde kennis, inzichten en vaardigheden te verwerven. Deze punten passen ook bij de specificaties die in het examenprogramma van biologie staan weergegeven. In domein A ontwikkelen leerlingen vaardigheden, die veelvuldig bij het PWS aanbod komen (College voor Toetsen en Examens , 2019). Om deze vaardigheden te toetsen is het beoordelen met een absolute normering van groot belang. Hierdoor kunnen leerlingen laten zien dat zij verschillende vaardigheden in dit domein beheersen en het nationale niveau kunnen behalen.