PWS biologie Aantal te behalen punten
Proces 20
Presentatie 10
Inhoud 50
Verschil tussen 8 en 10 20
Proces (20)
Samenwerken 5
Contact met begeleider 5
Reflectie 5
Logboek 5
presentatie (10)
structuur en inhoud 5
stemgebruik, leesbaarheid dia’s 5
inhoud algemeen (25)
Hoofd- en deelvragen en conclusie 5
Literatuur-/Bronnenonderzoek (relevante literatuur en andere bronnen)
en die vertalen naar eigen tekst voor wetenschappelijke achtergrond 10
Discussie, reflectie en feedback verwerken
VWO: De discussie draait voornamelijk om een terugkoppeling naar de
wetenschappelijke literatuur (dus inhoudelijke diepgang) gelinkt aan jouw
eigen resultaten met suggesties voor vervolgonderzoek.
Havo: In de discussie wordt in ieder geval ingegaan op jouw eigen product
en hoe je dingen beter of anders aan zou pakken, mocht je het hele pws
opnieuw moeten doen. 7
Refereren in de APA-stijl 3
inhoud bij onderzoek (25)
Goede onderzoeksopzet en heldere beschrijving van het experiment
(en indien van toepassing: hypothese, gebruik van blanco/ controlegroep/
controleproef) 9
Onderzoeksresultaten :duidelijke grafische weergave die past bij de
resultaten (tabellen, grafieken). De resultaten zijn verwerk in een objectief
verhaal met een verwijzing naar de tabellen/grafieken
VWO: Indien het onderzoek meetgegevens heeft opgeleverd, wordt er
statistiek toegepast en uitspraken gedaan over significantie. 7
Kritische blik op de resultaten :goede koppeling van de resultaten met de
onderzoeksvragen. Goede inhoudelijke discussie geschreven over het
experiment. Suggesties voor vervolgonderzoek. 9
Inhoud bij ontwerp (25)
Eisen
Voor het ontwerp wordt duidelijk programma van testbare eisen opgesteld 9
Ontwerpresultaat
In hoeverre voldoet het resultaat aan het programma van eisen 7
Kritische blik
Goede discussie over het ontwerpproces en resultaat
Suggesties voor verdere verbetering/vernieuwing van het ontwerp 9
Het huidig beoordelingsformulier voor het PWS dat wordt uitgevoerd op het Keizer Karel College bevat een aantal onderwerpen die leerlingen goed moeten uitvoeren om een positieve beoordeling te krijgen. Volgens Lans et al. (2015) moet een beoordelingsformulier dat opgesteld wordt voor een bepaalde opdracht gaan over de vaardigheid van leerlingen over een bepaald onderwerp. Aan de hand van het beoordelingsformulier moeten docenten in staat zijn vast te stellen of de vaardigheden op een voldoende niveau zijn. Een docent moet een beoordeling doen op basis van criteria. Dit zal leiden tot een betere beoordeling en zorgt ervoor dat andere randvoorwaarden niet mee worden geteld.
In het huidige beoordelingsformulier van het Keizer Karel College staat op dit moment wel de onderwerpen beschreven, maar de duidelijke criteria ontbreken nog. Leerlingen kunnen aan de hand van dit beoordelingsmodel niet inzien wanneer zij voldoende scoren op bepaalde onderwerpen of juist onvoldoende scoren. Ook leerlingen van het Keizer Karel College gaven aan dat zij dit als een probleem ervaren. Door het ontbreken van duidelijke criteria verkleint de autonomie van de leerlingen, omdat zij zelf niet kunnen bepalen welke score zij willen halen. Ook voelen zij zich minder competent, omdat zij niet weten welke voorwaarden er nodig zijn om een voldoende te behalen. Dit zijn twee van de drie basisbehoeftes die volgens Deci & Ryan (2000) nodig zijn voor intrinsieke motivatie.
Ook docenten van het Keizer Karel College benoemen dat het nakijken met het huidig nakijkmodel lastig is. Docenten nemen hun eigen ervaring mee in het nakijkmodel, omdat deze geen duidelijke randvoorwaarden heeft, benoemt Charlotte van Goor-Lindeijer, docent biologie op het Keizer Karel College.
De punten die hierboven zijn genoemd zijn meegenomen in een vernieuwde rubriek voor de beoordeling van het PWS op het Keizer Karel College. Deze vernieuwde versie is hieronder te lezen.