Biologie is een belangrijk vak in het Nederlandse onderwijs. Het vak richt zich op de studie van levende organismen en hun omgeving. Het is van essentieel belang omdat het ons begrip van de natuurlijke wereld vergroot en ons in staat stelt om de wereld om ons heen te begrijpen en te waarderen. Een van de begripsvergroting is te zien op gebied van gezondheid en ziekte. Biologie stelt leerlingen in staat om te begrijpen hoe ons lichaam werkt en wat er nodig is om het gezond te houden. Dit komt voor in verschillende hoofdstukken, zoals ademhaling en verbranding en bloedsomloop. Hier leren leerlingen wat zij kunnen doen om hun lichaam gezond te houden (Draanen, Gommers, Jansen, Korhorn, & Rawee, 2021).
Biologie speelt ook een belangrijke rol in de ontwikkeling van nieuwe technologieën. Biotechnologie is een snelgroeiend vakgebied dat gebruik maakt van de principes van de biologie om nieuwe geneesmiddelen, landbouwgewassen en materialen te ontwikkelen. Een goed begrip van de biologie is essentieel voor het succes van deze innovaties (Dam-Mieras, 2001).
In Nederland is biologie een van de verplichte vakken van het voorgezet onderwijs, maar ook in het basisonderwijs wordt biologie al gegeven. Hier is het doel leerlingen kennis te laten maken met de basisprincipes van biologie en om nieuwsgierigheid naar de natuur te stimuleren. Leerlingen zijn bezig met hoe planten, dieren en mensen leven en zich ontwikkelen en hoe ze met elkaar samenleven. Dit vak wordt dan vaak als een ander vak weergegeven, zoals natuur (Rijksoverheid, n.d.).
In het voortgezet onderwijs is biologie in de onderbouw een verplicht vak. Leerlingen moeten verschillende kerndoelen afwerken en kennis verwerven, zodat zij goede inzichten krijgen over zichzelf en hun omgeving (Hoeven & Veerman, 2010).
De kennis die leerlingen in de onderbouw hebben opgedaan, kunnen zij verder ontwikkelen als zij het vak biologie in de bovenbouw kiezen. In de bovenbouw zit meer diepgang ten opzichte van de onderbouw en er wordt meer gewerkt met systeem denken. Dit houdt in dat leerlingen leren om naar de wereld om hen heen te kijken als een systeem van onderling afhankelijke processen en gebeurtenissen. Door deze benadering te gebruiken, kunnen leerlingen complexe biologische concepten beter begrijpen en kunnen ze leren hoe biologische processen invloed hebben op de wereld om ons heen (Boersma, 1997). Na het voortgezet onderwijs kunnen leerlingen ook nog profiteren van een vak als biologie, als zij een studierichting kiezen waarbij biologie een rol speelt.
Op het Keizer Karel College wordt biologie in alle klassen van de onderbouw gegeven. Verder is het een keuze vak in de bovenbouw. Leerlingen krijgen op het Keizer Karel College veel te maken met practica. De docenten van het Keizer Karel College geloven dat een praktische aanpak een goede toevoeging kan zijn aan de theoretische stof die leerlingen tot zich moeten nemen.
Het Keizer Karel College werkt, net als veel scholen in Nederland, om uiteindelijk de eindtermen te behalen die door het College voor Toetsen en Examens (2019) is opgesteld. Dit doen zij door deze eindtermen te koppelen aan verschillende toetsingsmomenten. Hierdoor kijken zij of alle leerlingen het beoogde niveau kunnen behalen.
Verder is het Keizer Karel College ook bezig met internationalisering. Zij werken met de Sustainable Development Goals. Deze doelen zijn opgesteld door de verenigde naties om aan een duurzame globale ontwikkeling te werken. Het Keizer Karel College wil hier ook aan mee helpen. Dit doen zij door het organiseren van verschillende projecten. Veel van deze projecten helpen mensen die in de samenleving een minder goede positie hebben of helpen leerlingen meer inzicht te geven over hoe en wat precies de problemen zijn (SDG Fund, 2019).
Verder is het Keizer Karel College niet allen bezig met de Sustainable Development Goals, maar zijn zij op andere manieren ook bezig met internationalisering. Bij het vak biologie proberen zij dit te doen door de deelname aan de jaarlijkse biologieolympiade. Dit is een jaarlijkse toets die leerlingen afnemen. Deze toets vindt plaats in de bovenbouw en kan voor leerlingen een extra punt op een tentamen betekenen. De biologieolympiade vindt jaarlijks plaats op school. De beste leerlingen van Nederland worden vervolgens voor een vervolg toets uitgenodigd. Uiteindelijk zullen de leerlingen die hier het hoogste voor scoren deelnemen aan de internationale toets. Hier strijden leerlingen uit 63 verschillende landen een week lang tegen elkaar (Biologie Olympiade, 2022).
In Europa wordt biologie onderwezen op verschillende niveaus en in verschillende contexten, van basisscholen tot universiteiten. Het onderwijs in biologie wordt gereguleerd door de nationale wetgeving van elk land. In elk land is hierdoor de organisatie van het biologieonderwijs verschillend. Sommige landen zoals Zweden en de Verenigde Staten verdelen de niveaus pas op een latere leeftijd, rond de 16, terwijl andere landen zoals Duitsland en Oostenrijk dit al op tienjarige leeftijd doen (Korthals, 2016).
Ook is het onderwijs in veel van deze landen verschillend. Als we een land als Finland vergelijken met Nederland verschilt dit onderwijs enorm. Finland wordt gezien als een van de beste landen als het gaat om onderwijs. Het onderwijs in Finland is gericht op veel differentiatie voor een leerling, waarbij de docenten veel ruimte en autonomie hebben. Leraren in Finland hebben veel ruimte voor overleg, teamwerking en gezamenlijke beleidsbepaling, iets wat in Nederland toch een stuk minder is (Branden, 2019).
De European Council of Biologists Associations (ECBA) is een belangrijke organisatie op het gebied van biologieonderwijs in Europa. Dit is een vereniging die belangen van het biologie onderzoek en onderwijs centraal stelt. De missie van ECBA is om de ontwikkeling van een duurzame gemeenschap te ondersteunen (Europian Contries Biologist Association, n.d.).
ECBA hebben ook een aantal voorwaardes opgesteld waar het algemene biologie onderwijs in Europa aan moet voldoen. Deze voorwaardes zijn aan de hand van de voorwaardes van de Europese unie opgesteld. Hieronder vallen:
Met deze punten wil ECBA ervoor zorgen dat het biologie onderwijs in Europa optimaal blijft (Ulysse & Mørk, 1997).
Met de bachelor opleiding heb ik de mogelijkheid gekregen om naar verschillende schoolsystemen te kijken. Ik heb verschillende scholen bezocht. In Tanzania ben ik op een afgelegen school geweest waar verschillende leeftijden les kregen. Hier hebben wij helaas weinig les kunnen geven, maar we hebben wel de mogelijkheid gehad om verschillende lessen bij te wonen. We merkten vooral dat er een groot verschil is in aanbod van de stof. De ‘klassieke’ manier van les geven wordt hier veel gehanteerd, waarbij er een docent voor de klas staat en zijn stof uitlegt. De leerlingen luisteren aandachtig en werken hard.
Verder ben ik ook in de Filippijnen op een middelbare school aanwezig geweest. In mijn bachelor heb ik de minor International Development work gedaan. Tijdens deze bachelor ben ik drie maanden in de Filippijnen geweest om koraalrif te monitoren en een studiedag te organiseren op een middelbare school. Deze dag stond in teken van het toepassen van studiestof op verschillende manieren. De docenten hadden hier minder ervaring mee en ze hebben ons gevraagd om hier meer uitleg over te geven. De docenten zijn hiermee aan de slag gegaan en hebben deze de weken erna in hun lessen gebruikt. Ik heb gemerkt dat de docenten op deze scholen op een hele andere manier les geven en dat de leerlingen hier op zijn ingesteld. Het op een andere manier aanbieden van stof gaf de leerlingen andere inzichten.