Benodigdheden
Werkwijze
De leerlingen krijgen verschillende beginsituaties gegeven. Zij moeten met de kennis die zij tijdens de uitleg hebben opgedaan naar de juiste eindsituatie toelopen. Het membraan kan veranderen. Deze kan volledig permeabel zijn, semipermeabel of selectief permeabel. De docent geeft bij elke ronde aan wat de permeabiliteit van het celmembraan op dat moment is. De leerlingen mogen allen over de juiste transport eiwitten lopen als dat toegestaan is door het membraan of als zij een A4 papier hebben met ATP erop, als het gaat om actief transport.
Situatie 1
De beginsituatie:
Links: 11 H2O moleculen, 4 duo’s NaCl moleculen.
Rechts: 5 H2O moleculen, 4 duo’s NaCl moleculen.
De eindsituatie:
Links: 8 H2O moleculen, 4 duo’s NaCl moleculen.
Rechts: 8 H2O moleculen, 4 duo’s NaCl moleculen.
Situatie 2:
De beginsituatie:
Links: 8 H2O moleculen, 1 duo’s NaCl moleculen.
Rechts: 8 H2O moleculen, 7 duo’s NaCl moleculen.
De eindsituatie:
Links: 2 H2O moleculen, 1 duo’s NaCl moleculen.
Rechts: 14 H2O moleculen, 7 duo’s NaCl moleculen.
Situatie 3:
De beginsituatie:
Links: 16 H2O moleculen, 2 duo’s NaCl moleculen.
Rechts: 2 H2O moleculen, 6 duo’s NaCl moleculen.
De eindsituatie:
Links: 4 H2O moleculen, 2 duo’s NaCl moleculen.
Rechts: 12 H2O moleculen, 6 duo’s NaCl moleculen.
Situatie 4:
De beginsituatie:
Links: 8 H2O moleculen, 2 duo’s NaCl moleculen.
Rechts: 8 2 H2O moleculen, 6 duo’s NaCl moleculen.
De cel wil de concentratie NaCl gelijk hebben aan beide kanten, maar de aquaporines zijn niet meer aanwezig, waardoor H2O niet door het celmembraan heen kan. De leerlingen moet nu zelf in discussie gaan hoe dit dan wel kan.
De eindsituatie:
Links: 8 H2O moleculen, 4 duo’s NaCl moleculen.
Rechts: 8 H2O moleculen, 4 duo’s NaCl moleculen
De leerlingen zijn door middel van discussie er achter gekomen dat dit actief transport is en hier ATP voor nodig is. Dit komt doordat het een selectief permeabel membraan is en hier niet andere moleculen zonder ATP doorheen kunnen permeëren.