Practicum in leerlijn

In veel biologie boeken staan verschillende practica beschreven die leerlingen kunnen uitvoeren tijdens de lessen. Sommige van deze practica mogen leerlingen zelf uit voeren en sommigen worden door de docent als demo gegeven. Leerlingen leren ontzettend veel van practica. Dit komt doordat als leerlingen taken uit voeren, in plaats van het waarnemen van taken, stof beter blijft hangen. Hierbij is het wel belangrijk dat het juiste leerdoel bij het practica aanwezig is. Gaat het om de vaardigheid of de theoretische inhoud. Om een practica effectief te maken, moeten leerlingen zelf aan de slag gaan en hun eigen ideeën kunnen inbrengen. Leerlingen zullen dan niet allen practica als leuk ervaren, maar ook als nuttig en zinvol (Millar & Abrahams, 2009)

Op het Keizer Karel College is er een sterke doorlopende leerlijn in practica aanwezig. Zoals al eerder beschreven stond beginnen leerlingen al vanaf de eerste klas met praktische en onderzoekvaardigheden. Deze vaardigheden worden vervolgens op verschillende momenten in de onder- en bovenbouw getoetst.

Ook in het PTA is te zien dat er in de bovenbouw verschillende praktische overhoringen zijn waar leerlingen deze vaardigheden testen. Alle eindtermen die door het college van toetsing en examens (2019) staan beschreven, komen tijdens deze praktische overhoringen aan bod. Echter worden deze vaardigheden niet pas in de bovenbouw opgebouwd, maar leerlingen zijn hier al veel langer mee bezig.

Leerlingen in de eerste klas starten al met het aanleren van praktische vaardigheden. Op het Keizer Karel College worden leerlingen bijna elk jaar getoetst over deze vaardigheden. In de brugklas vindt er een toetsing plaats over de microscoop. Zij moeten hier aan de slag met het maken van een preparaat, het gebruiken van een microscoop en het maken van een tekening volgens de biologische tekenregels. De vaardigheden die zij hier op doen komen van pas in de praktische overhoring die zij in de vierde klas hebben en ook die in de vijfde klas aan bod komt, waar zij beiden aan de slag moeten met de microscoop. Dit is ook te zien in het PTA. In de derde klas gaan leerlingen aan de slag met het aantonen van voedingsstoffen in verschillende voedselproducten. De leerlingen worden vaardig in het gebruik van indicatoren en het gebruik van pipetteer materialen. Iets wat zij later ook kunnen toepassen in de bovenbouw en eventueel ook in het vervolgonderwijs.

Zoals hierboven staat beschreven zijn practica ontzettend belangrijk voor de belevingswereld van de leerlingen. De koppeling van de theorie met de praktijk ontstaat door dat leerlingen practica zelf uitvoeren. In de onderbouw wordt er gewerkt met ontzettend veel practica, zodat leerlingen deze koppeling goed kunnen maken. Leerlingen zijn hierdoor in de onderbouw in staat om practica op niveau uit te voeren en kunnen de geleerde vaardigheden doorzetten naar de practica in de bovenbouw, waar zij hun vaardigheden opnieuw kunnen inzetten.