minimaal vier voorbeelden van soorten krachten noemen.
de mogelijke gevolgen omschrijven als er een kracht op een voorwerp wordt uitgeoefend.
uitleggen waarom voorwerp gewicht heeft en uitleggen wat het verschil inmassa en gewicht is.
een veerunster gebruik om krachten te meten.
(met behulp van een voorbeeld) aangeven wat er gebeurt als er meerdere krachten op een voorwerp werken.
Hefboom
de werking van een hefboom uitleggen en minimaal twee voorwerpen noemen die gebruik maken van het hefboomprincipe.
Omschrijven wat wordt bedoeld met het moment en uitleggen waarom je bij een hefboom te maken hebt met twee momenten.
Beweging
de gemiddelde snelheid berekenen als je de afgelegde afstand en de benodigde tijd weet.
de snelheid in km/h omrekenen in snelheid in m/s en omgekeerd.
als je de nettokracht op een voorwerp weet, aangeven hoe de snelheid van een voorwerp verandert. Je kunt aangeven wanneer er sprake is van een versnelling en/of vertraging.
een v-t- en een s-t-diagram aflezen.
Veiligheid
aangeven van welke factoren de remweg (van een auto) afhankelijk is.
uitleggen wat het verschil is tussen stopafstand en remweg.
minimaal drie veiligheidsvoorzieningen noemen die je kunt tegenkomen in een auto.