Doelen van de les
Gezelschapsdieren laat je, letterlijk en figuurlijk, niet in de kou staan: je zorgt voor onderdak voor je dier. Hoe die huisvesting eruitziet, hangt uiteraard af van het soort dier. Een hamster maak je niet blij met een aquarium vol water en een paard houd je niet in een hok in de huiskamer.
Natuurlijk gedrag
Dieren hebben altijd natuurlijk gedrag. Voorbeelden daarvan zijn:
In de vrije natuur hebben dieren daar alle ruimte voor. In een kinderboerderij of thuis niet altijd. Deze dieren zitten vaak in een opgesloten omgeving. Dit kan een hok zijn of een buitenverblijf met een omheining (afrastering).
Met een moeilijk woord noemen we dat de huisvesting van het dier. Dat is met andere woorden: Het dierenverblijf waar het dier in leven moet.
Welke huisvesting nodig is, hangt af van het diersoort dat je wilt houden. Een belangrijke rol speelt daarbij ‘Het natuurlijk gedrag’.
Groen in de stad bestaat naast planten, bomen en gras ook uit dieren. Vaak vind je dat terug in de vorm van een kinderboerderij, reeënwei of een eendenvijver. Dieren op zo’n plek moeten op de juiste manier gehuisvest worden.
Een dier in gevangenschap moet het naar zijn zin hebben!!!
DUS: huisvesting is heel belangrijk.
De kinderboerderij
Op een kinderboerderij worden vaak veel verschillende diersoorten gehouden, bijvoorbeeld
Al deze dieren leven in groepen. We noemen ze daarom sociale dieren. Een kinderboerderij moet er dus voor zorgen dat er meerdere dieren van een soort zijn. Verder hebben de dieren voldoende ruimte nodig, zowel binnen als buiten. De buitenruimte moet niet (alleen) bestaan uit steen, maar ook uit grasland. De dieren kunnen hier grazen of naar ander voedsel zoeken. De binnenruimten moeten droog zijn en het mag er niet tochten.
Kijk naar het volgende filmpje hoe de kinderboerderij rekening houdt met het welzijn van hun dieren bij een hittegolf.
Konijnen en knaagdieren
Konijnen en knaagdieren moeten een hok
hebben dat groot genoeg is, eventueel met een ren eraan vast. Houd er rekening mee dat je konijnen en veel soorten knaagdieren in groepen moet houden. In het hok moet een plek zijn waar ze kunnen schuilen en slapen. Op de bodem komt strooisel dat de urine van de dieren op kan nemen. Konijnen zijn zindelijk: een plastic bak in de hoek waar ze poepen en plassen is dan heel handig om het hok schoon te houden.
Sommige knaagdieren, bijvoorbeeld chinchilla's, houden van klimmen. Hun hok moet dus hoog zijn en voorzien van planken en takken. Andere knaagdieren, zoals cavia's, blijven altijd op de grond. Hun hok hoeft niet hoog te zijn, als de oppervlakte maar groot genoeg is. In de natuur zijn cavia's prooidieren, dus ze hebben ook behoefte aan een schuilplaats in hun hok. Gerbils moeten kunnen graven, dus in hun hok moet een dikke laag strooisel liggen.
Vogels
Bijna alle soorten vogels die in Nederland als gezelschapsdier gehouden worden zijn in het wild groepsdieren. Dat geldt voor papegaaien, parkieten en kanaries. Je moet de dieren dus met meerdere tegelijk houden. De huisvesting moet daar uiteraard op aangepast zijn. Sommige soorten papegaaien en kanaries kun je buiten houden. Dat heeft als voordeel dat er (meestal) meer ruimte is voor de dieren. Binnen of buiten, in het verblijf van vogels moeten altijd takken aanwezig zijn waar de dieren op kunnen zitten.
Reptielen, amfibieën en vissen
De huisvesting van reptielen en amfibieën is over het algemeen ingewikkelder dan die van zoogdieren en vogels. Dat komt omdat reptielen en amfibieën koudbloedig zijn: ze hebben dezelfde temperatuur als hun omgeving. Daarom moet je ervoor zorgen dat het verblijf van reptielen of amfibieën de juiste temperatuur heeft - meestal behoorlijk warm, want veel reptielen en amfibieën komen uit warme gebieden. Je houdt deze dieren meestal in een terrarium, dat vaak uit een land- en een watergedeelte bestaat (dan heet het een paludarium) en dat je verwarmt met warmtelampen.
Ook in een aquarium voor tropische vissen is de temperatuur belangrijk, maar die is gemakkelijk te regelen via een verwarmingselement. Behalve de temperatuur is ook de luchtvochtigheid in een terrarium belangrijk. Dieren uit een woestijnklimaat hebben behoefte aan de droge lucht, dieren uit tropisch regenwoud houden juist van vochtige lucht. Veel reptielen hebben bovendien behoeft aan UV-licht, daarom moet je boven hun verblijf speciale UV-lampen aanbrengen.
Huisvestingseisen
Aan welke eisen de huisvesting voor een dier moet voldoen, hangt natuurlijk af van de soort. In het algemeen kun je stellen dat het dier een verblijf moet hebben dat warm en droog is. De precieze eisen hangen af van:
De inrichting van het dierenverblijf
Bij de Inrichting van de huisvesting letten we hierop:
Afhankelijk van het dier moet de omgevingstemperatuur zijn. Koudbloedige dieren ( slang ) hebben een warmtelamp nodig. Andere dieren voelen zich lekker bij het vriespunt. Dit heeft te maken met waar ze van oorsprong vandaan komen.
Alle dieren verblijven moet goed geventileerd zijn, zonder dat het tocht.
Temperatuurschommelingen moet met proberen te voorkomen. Vaak wordt er in een dierenverblijf een mimimun-maximumthermometer opgehangen. Dan kan men de huidige temperatuur aflezen, maar ook de laagste en hoogste temperatuur van een etmaal.
Wat een dier nodig heeft, hangt af van zijn natuurlijk gedrag en afkomst.
Er zijn 2 manieren van water en voer geven, handmatig en automatisch (bv vlotterdrinkbak ). Belangrijk is dat het dier veilig kan eten en drinken wanneer het wil en dat het niet vervuilt is.
De afmetingen moet passen bij het dier. Het moet gemakkelijk schoon te maken zijn. Er moet voldoende geventileerd kunnen worden en ook moet er daglicht binnen komen
Alleen een hok/verblijf is voor een dier saai. Een dier moet geprikkeld worden om zijn natuurlijk gedrag te vertonen. Dan is het dier vrolijker. Bijvoorbeeld. Geiten vinden het leuk om te klimmen en spelen. Dus een klimtoestel of een rollend vat vinden ze heel leuk.
Buitenverblijven voor dieren.
Weides
Als een dier een buitenverblijf heeft (een weide), Dan is het belangrijk om te kijken wat voor soort afrastering er nodig is. Let dan op de volgende dingen:
Soms is een afrastering van draad voldoende om de dieren ‘binnen’ te houden, maar als een dier altijd op zoek is naar ontsnappingsmogelijkheden, dan moet je gaas gebruiken. Die heb je in verschillende vormen, van grof naar heel fijn.
Volières
Meerdere vogels doe je meestal in een volière. Ontsnappen is lastig en vaak maakt men dan een sluis ( dubbele deur, zoals in dierenverblijf ). Klimvogels krijg vaak horizontale spijlen in hun hok. Verder zie je vaak gaas.
Vijvers
Wanneer je vissen wilt houden, moet je een geschikte vijver aanleggen. Voor sommige vissen is het heel belangrijk dat de vijver een bepaalde diepte heeft. Het is belangrijk dat er voldoende zuurstof in het water aanwezig is. Hier moet je rekening mee houden. Door een pomp aan te leggen of waterloop te maken beïnvloed je de hoeveelheid zuurstof in het water.
Het is belangrijk dat je schaduw in de vijver hebt. Dat helpt tegen oververhitting en tegen algengroei in het water.
Maak de opdrachten