Woordenlijst health

gym sportschool
healthy gezond
close to dicht bij
further verder
regularly regelmatig
basic gewoon
times keer
once één keer
fortnight twee weken
power kracht
equipment apparatuur
space plek
changing room            kleedkamer
membership lidmaatschap
whatever welke dan ook
except behalve
water bottle waterflesje
responsible verantwoordelijk
towel handdoek
locker                                                     kluisje

 

abroad in het buitenland
(to) hit – hit – hit raken
ER eerste hulp
doctor arts
operation operatie
(to) take – took – taken                brengen
ambulance ziekenwagen
(to) hurt – hurt – hurt pijn doen
crutches krukken
patient patiënt
heart disease hartkwaal
(to) cough hoesten
tasteless smakeloos
office kantoor
date of birth geboortedatum
blood type bloedgroep
complaint klacht
complicated ingewikkeld
fracture breuk
surgeon                                                  chirurg

 

nasty naar
orchard boomgaard
(to) pick plukken
rest pauze
sweaty bezweet
bee bij
wasp wesp
(to) bite – bit – bitten steken
(to) react reageren
bite beet
advice advies
(to) sting – stung – stung steken
(to) advise adviseren
pharmacy apotheek
queue rij
emergency noodgeval
medicine medicijn
(to) swell – swelled – swollen                 opzwellen
cream crème
painkiller pijnstiller