Schooltaalwoorden in les 3
|
tekst 1 | tekst 2 |
aantonen | aanbrengen | blijken |
constateren | aanpassen | concluderen |
doornemen | van invloed op | de conclusie |
grotendeels | opgeven | corresponderen met |
indelen in | verwerken | introduceren |
nagenoeg | voldoen aan | opeenvolgende |
onderscheiden | overstappen naar | |
overdragen | publiceren | |
rangschikken op | de publicatie | |
verbonden met | uitvoeren | |
voldoen aan | vervangen | |
voorzien van | zogenaamde | |
zowel..., als... | ||
tekst 3 |
bevatten |
daarop verder bouwen |
dienen voor |
grondig |
inzetten |
met behulp van (m.b.v.) |
omzetten in |
op grote schaal - op kleine schaal |
opschalen |
over een andere boeg gooien |
richten op |
ten opzichte van (t.o.v.) |
uitwerken |
voor de hand liggend |
zich onderscheiden van |