Instructie opdrachten

Hierna volgen drie opdrachten over werkwoordspelling voltooide tijd.

- Maak opdracht 1 als je het nog moeilijk vindt om het voltooid deelwoord te herkennen.

- Maak opdracht 2 als je het voltooid deelwoord wel kunt herkennen, maar moeite hebt met het noteren van de verleden tijd van zwakke en sterke werkwoorden.

- Maak opdracht 3 als je het makkelijk vindt om het voltooid deelwoord te herkennen en de verleden tijd van zwakke en sterke werkwoorden te noteren.

Voor het maken van de opdrachten heb je ongeveer 15 minuten de tijd.