Begrippen
Handelingen: Manier van iets doen.
Gedragsketen: Effect van de handeling leidt tot een volgende handeling.
Respons: Reactie op een prikkel.
Motivatie: Bereidheid tot het verrichten van bepaald gedrag.
Aangeboren gedrag: Iets kunnen zonder dat ze het hebben geleerd.
Aangeleerd gedrag: Gedrag dat je leert.
Sociaal gedrag: Gedrag van soortgenoten naar elkaar toe.
Signaal: Prikkel of handeling bij sociaal gedrag.
Waarden: Dingen die mensen belangrijk vinden.
Normen: Gedragsregels waarvan veel mensen vinden dat je eraan moet houden.
Observatie: Feitelijke gedrag dat je waarneemt.
Interpretatie: Wat jij denkt dat dit gedrag betekent.