2e Hefbomen

Opdracht 1

Hefbomen

Je hebt vast weleens op een wip gezeten. Ja, dan is vaak de één toch net iets zwaarder dan de ander. De één zit met zijn billen op de grond en de ander schiet de lucht in.
Herkenbaar?

Toch kun je vaak wel in evenwicht komen, door een beetje dichter naar het draaipunt te gaan zitten of juist er verder vanaf.

Een hefboom is eigenlijk het natuurkundige woord voor ‘speciale wip’, namelijk een om een as of steunpunt draaibaar lichaam. 'De wip' is in evenwicht als de krachten (momenten) op beide uiteinden van de wip gelijk zijn.

Wanneer je veel kracht nodig hebt die je zelf niet hebt, kun je gebruikmaken van hefbomen om het werk lichter te maken. Een hefboom wordt toegepast in veel verschillende werktuigen, zoals een tang, een notenkraker en een schaar.

Bekijk de video en beantwoord de vragen.


Opdracht 2

De hefboomregel

Door de hefboomwerking is het mogelijk met een kleine kracht, die aangrijpt ver van het draaipunt, een grote kracht uit te oefenen dicht bij het draaipunt. Er kan met een hefboom van een kleine kracht, een grote kracht worden gemaakt.

Bestudeer de Kennisbank en beantwoord de vragen.

Hefbomen

Opdracht 3

Balanceren

Kun jij twee voorwerpen in evenwicht brengen? Hoe breng jij de wip in balans?
Je gaat een proef uitvoeren met behulp van een simulatie (PhET).

  1. Start bij de inleiding. Zet de brandblussers en de vuilnisbak zo neer dat de wip in balans is. Zorg ervoor dat je minstens drie mogelijkheden laat zien! Maak hiervan printscreens.
  2. Ga met een klasgenoot verder met het balanceer lab. Laat met behulp van drie voorbeelden zien, dat jullie de hefboomregel kunnen toepassen en daardoor de wip met voorwerpen in evenwicht kunt brengen.
  3. Maak van de drie voorbeelden printscreens en bewijs dit met berekeningen.
  4. Bepaal vervolgens de massa’s van de onbekende voorwerpen A tot en met H.
  5. Wil je nog meer? Speel dan het spel!

Bespreek met je docent hoe deze opdracht wordt beoordeeld.