Als je decimale getallen gaat afronden, moet je rekening houden met de volgende regels:
Afronden op twee decimalen? Kijk naar het derde decimaal voor het afronden. Afronden op vier decimalen? Kijk naar het vijfde decimaal voor het afronden. En zo geldt dit voor iedere decimaal waarop je moet afronden.
Is het decimaal waar je naar kijkt voor het afronden 5 of hoger? Rond af naar boven.
Is het decimaal waar je naar kijkt voor het afronden lager dan 5? Rond af naar beneden.
Heb je een getal afgerond, gebruik dan geen = maar ≈. Hiermee geef je aan dat het antwoord afgerond is.