Voor- en achtervoegsels

In de medische terminologie worden veel voor- en achtervoegsels gebruikt. Een moeilijk woord is vaak te herleiden tot verschillende stukjes. De voor- en achtervoegsels komen dan vanzelf tevoorschijn. Dit geldt ook voor de stam, die de kern van het woord bevat.

Hierna worden enkele voorvoegsels genoemd. Het gaat er niet om deze uit het hoofd te leren. Wel is belangrijk dat je steeds probeert te achterhalen of een medische term is opgebouwd uit verschillende woorddelen.

 

Bekende voorvoegsels in de anatomie en fysiologie zijn:

intra

extra

infra

sub

supra

inter

peri

ante

pre

post

per

para


Achtervoegsels die veel worden gebruikt, zijn -aal, -air en -isch. Ze betekenen alledrie: met betrekking tot.

 

Voorbeelden:

in de cel

buiten de cel

voor de geboorte

na de geboorte

rondom de geboorte

 

Bij de pathologie (ziekteleer) worden ook veel voorvoegsels en achtervoegsels gebruikt. Een voorbeeld van bekende achtervoegsels:

- itis    = ontsteking

- oom  = gezwel

-ose    = aandoening