Voor deze lessen heb je het boek nodig Methodisch begeleiden.
Thema 1: methodisch handelen en vraaggericht werken
Thema 2: Gegevens verzamelen
Thema 3: Signaleren en observeren
Thema 4: Behoeften en doelen formuleren
Thema 11: Begeleiden van mensen en hun naasten
Laptop / BPV -plek / Vouchercode voor het boek en opdrachten / pen&papier
Met Methodiek zoom je in op Thema 1 t/m 4 van methodisch begeleiden. Hoe handel je methodisch en vraaggericht, hoe verzamel jij gegevens? Hoe signaleer en obseerveer je? Welke observatie methoden zijn er en hoe kun je nu het beste doelen formuleren? Hoe je dan het beste de begeleding vorm geeft komt terug in Thema 11.
Je kunt uitleggen wat methodisch werken is.
Je kunt uitleggen welke stappen doorlopen worden om methodisch te werken.
Je kunt het stappenplan van methodisch werken toepassen op een situatie in de praktijk.
Je kunt beredeneren op welke manier de eigen regie van een cliënt ondersteund kan worden.
Je kunt anderen informeren over het cyclisch proces bij methodisch werken.
Je kunt een interview houden over het methodisch proces in de praktijk.
Je maakt een opsomming van manieren om gegevens te verzamelen over cliënten/cliëntengroepen.
Je verzamelt volgens het methodische stappenplan gegevens van een cliënt.
Je deelt de verkregen gegevens in aan de hand van de prioriteitenmatrix op urgentie en belang .
Je deelt de gecategoriseerde gegevens in met een SWOT-analyse.
Je vat gegevens samen tot een samenhangend verhaal en formuleert in volledige zinnen.
Je laat zien dat je bewust waarneemt.
Je kunt de verschillende observatiemethoden benoemen.
Je kunt de stappen van het observatieplan benoemen.
Je legt uit hoe je op basis van verzamelde gegevens tot een probleemstelling en doelen komt.
Je beschrijft de methodes SMART .
Je laat zien hoe je met de PES-methode ondersteuningsvragen en doelen voor het begeleidingsplan opstelt.
Je kunt zelf doelen SMART formuleren
Je beschrijft hoe je met het opstellen en bereiken van doelen samenwerkt met anderen.
1. Beginsituatie van een client van stage af ( BPV opdrachten boek: A1)
2. Procesverslag. (BPV opdrachten boek: C2)
C.2. Je schrijft over de ondersteuning bij wonen en huishouden een procesverslag. In een procesverslag beschrijf je de situatie en in een chronologische volgorde wat je gedaan hebt en wat er gebeurd is. Je hoeft niet uit te leggen waarom je iets wel of niet gedaan hebt. In het verslag beschrijf je:
1. wie de cliënt is
2. de woonsituatie
3. bij welke huishoudelijke taken jij ondersteuning hebt gegeven
4. wat de cliënt zelf wil en kan doen
5. welke materialen en middelen je hebt gebruikt
6. wat je hebt gedaan om de zelfredzaamheid van de cliënt te vergroten/in stand te houden
7. wat je hebt gedaan om de regie bij de cliënt te laten
8. wat je hebt gedaan om te zorgen voor een veilige leefomgeving
9. welke communicatiemethode je hebt gebruikt.