Doelen van deze lessenserie

Doelen:
Wat moet je qua taal kunnen bij de drie werkprocessen ?
B1-K1-W1: Inventariseert ondersteuningsvragen van de cliënt
● je kunt actief luisteren
● je kunt een empathische houding laten zien
● je hebt je verbale en non-verbale communicatie aangepast/afgestemd
● je kunt non-verbale signalen opmerken en correct bespreken
● je kunt duidelijke en correcte vragen stellen en/of beantwoorden
● je kunt een gesprek voeren met een herkenbare structuur van inleiding, kern en afronding
● je kunt de cliënt en/of naastbetrokkene(n) betrekken bij de definitieve formulering van de ondersteuningsvragen
B1K1W2 Ondersteunt de cliënt bij de zelfzorg (gedragsbeoordeling)
- Je kunt doelgericht werken aan het behouden of vergroten van de zelfredzaamheid van de cliënt (denk aan gebruik van picto's)
- Je kunt op de juiste manier gebruik maken van (technologische) hulpmiddelen (wat is er op het gebied van taal?)
Je kunt op een professionele manier voorlichting en advies gegeven aan de cliënt en/of naastbetrokkene(n).
- Je kunt voorlichting en advies gegeven in een veilige en vertrouwde omgeving;
- Je kunt voorlichting en advies aanpassen aan de beleving en behoeften van de cliënt;
Je kunt op de juiste manier communiceren met de cliënt en/of naastbetrokkene(n).
- Je kunt de voorlichting en het advies aanpassen aan het kennis- en taalniveau van de cliënt;
- Je kunt regelmatig controleren of de cliënt de informatie begrijpt; (hoe doe je dat?)
- Je kunt aandachtig luisteren en kijken naar de cliënt.
B1K1W3 Ondersteunt de cliënt bij wonen en huishouden
Bij dit werkproces moet je veel kunnen uitleggen/verantwoorden in gesprek en in verslagvorm.
- Je kunt uitleggen waarom de manier van communiceren aansluit bij de wensen en mogelijkheden van de cliënt;
- Je kunt uitleggen waarom de manier van begeleiden bij de keuze van taken en werkzaamheden de eigen regie van de cliënt kan stimuleren;
- Je kunt uitgeleggen waarom de manier van motiveren wel of niet voor ontwikkeling bij de cliënt zorgt.
Je kunt verantwoorden dat keuzes van procedures en protocollen tijdens de ondersteuning op de juiste manier gebruikt moeten worden.
- Je kunt uitleggen waarom een manier van het omgaan met materialen en middelen wel of geen kosten en energie heeft bespaart;