Het afronden van getallen is een belangrijke vaardigheid bij het berekenen van sommen. Om op de juiste manier af te ronden is belangrijk dat je eerst kijkt op hoeveel decimalen je moet afronden. Vervolgens kijk je naar het cijfer waar je het moet afronden. Dit cijfer noem je de ‘besliscijfer’. Als dit cijfer een 5 of hoger is, rond je het getal af naar boven. Als dit cijfer lager is dan een 5, dan rond je het getal af naar beneden.
Hieronder wordt in voorbeelden duidelijk gemaakt hoe je dit moet toepassen:
Voorbeeld 1: Afronden op hele getallen
- Getal: 72,456
- Besliscijfer: 4
- Afrondingsregel: afronden naar beneden (kleiner dan 5)
- Antwoord: 72
Voorbeeld 2: Afronden op 1 decimaal
- Getal: 5,856
- Besliscijfer: 5
- Afrondingsregel: Afronden naar boven (een 5 of hoger)
- Antwoord: 5,9
Voorbeeld 3: Afronden op 2 decimalen
- Getal: 3,14159
- Besliscijfer: 1
- Afrondingsregel: Afronden naar beneden (kleiner dan 5)
- Antwoord: 3,14
Voorbeeld 4: Afronden op 3 decimalen
- Getal: 9,43673
- Besliscijfer: 7
- Afrondingsregel: Afronden naar boven (een 5 of hoger)
- Antwoord: 9,437
!!!Euro’s altijd afronden op 2 decimalen!!!
Rekenmachine ► 5,2
Antwoord op papier ► €5,20