Lees de tekst. Maak daarna de vragen onderaan.
Tekst 1
Het standpunt dat ik ga verdedigen is dat scholen kinderen vanaf vijftien jaar moeten verplichten om buitenschoolse activiteiten te doen. Dit kan bijvoorbeeld een sport, muziekles of vrijwilligerswerk zijn. Er zijn drie belangrijke redenen waarom dit volgens mij verplicht moet worden.
Ten eerste is beweging en activiteit gezond. Veel jongeren zitten de hele dag achter de computer of hun telefoon en bewegen daardoor te weinig. Door verplicht buitenschoolse activiteiten te doen, wordt hier verandering in gebracht en wordt de gezondheid van de leerlingen verbeterd.
Ten tweede leert een leerling zichzelf beter kennen als hij of zij buitenschoolse activiteiten doet. Hierdoor kan een leerling ontdekken wat hij of zij echt leuk vindt en waar zijn of haar passies liggen. Dit is belangrijk voor de persoonlijke groei van een leerling en dit kan bijdragen aan zijn of haar toekomstige keuze voor een studie of baan.
Ten derde leert een leerling vaardigheden die buiten de klas niet geleerd kunnen worden. Denk bijvoorbeeld aan teamwork, verantwoordelijkheid en discipline. Deze vaardigheden zijn belangrijk voor een succesvolle toekomst en kunnen alleen geleerd worden door actief deel te nemen aan activiteiten.
Kortom is het verplicht stellen van buitenschoolse activiteiten voor leerlingen vanaf vijftien jaar oud belangrijk voor hun gezondheid, persoonlijke groei en toekomstige vaardigheden. Want als we als samenleving willen dat jongeren gezonde, gedisciplineerde en succesvolle volwassenen worden, dan moeten we hen een breed scala aan ervaringen bieden en dat is precies wat buitenschoolse activiteiten kunnen bieden.
Opdracht
Maak een mindmap van de argumenten in deze tekst. Zet het standpunt in het midden. Welke argumentatiestructuur heeft deze tekst? Hoe kan je dat zien aan je mindmap?