Veel mensen noemen het ding waar we overheen lopen om aan boord te komen een loopplank.
Maar een loopplank wordt in de binnenvaart gebruikt en is niet veel meer dan dat: een plank waar je overheen kunt lopen.
Aan boord van zeeschepen gebruiken we een 'gangway'.
Gemaakt van aluminium.
Het oppervlak dient voorzien te zijn van een stroef (anti-slip) oppervlak en dwarsliggers om uitglijden te voorkomen.
Aan de zijden dienen neerklapbare of wegneembare "scepters" te staan.
Het aantal is afhankelijk van de lengte van de gangway, maar een minimum van drie is verplicht.
Door de ogen van de scepters wordt een touw als leuning geregen, die goed strak vastgemaakt moet worden.
Aan het ene eind is de gangway voorzien van haken die over de railing gehangen kunnen worden, aan de andere zijde wieltjes zodat de gangway kan rollen naarmate het getij veranderd of het schip beweegt.
Soms is een schip voorzien van een wegklapbaar stukje railing.
Een hekje.
De gangway komt dan met de haken achter een opstaande rand of een beugel te hangen.
Hier is dan het gevaar van vallen of uitglijden tijden het aan boord stappen nihiel.
Wanneer de gangway op de railing gelegd wordt dient er tegen de railing een gangwaytrapje gezet te worden.
Deze moet met haken over de railing bevestigd zijn en er moet een paaltje op staan waar men zich aan vast kan houden tijdens het overstappen.
(Of nog beter: leuningen)