Om je onderneming te kunnen starten, heb je natuurlijk geld nodig. Een aantal investeringen zijn noodzakelijk om te kunnen starten, andere investeringen kunnen wellicht nog wachten totdat je inkomsten hebt. In deze begroting laat je dus zien welk bedrag je minimaal nodig hebt om te kunnen starten.
De opbouw van het investeringsplan ziet er als volgt uit:
Vaste activa
Bedrijfsmiddelen die langer dan een jaar meegaan in je bedrijf. Voorbeelden hiervan zijn: laptop, printer, tafels, stoelen en een kassa. Ook het gebouw zelf en de verbouwingen die nodig zijn om het tot jullie bedrijf te maken vallen hier onder. Koop je geen pand, maar huur je het? Dan hoef je bij gebouw alleen het bedrag in te vullen dat je nodig hebt om het te verbouwen tot jullie pand. Op de exploitatiebegroting vul je dan de huur in. Dit hoeft dit niet op de investeringsbegroting.
Vlottende activa
Je hebt natuurlijk ook bedrijfsmiddelen die zich korter dan een jaar in je bedrijf bevinden. Deze noemen wij ook wel vlottende activa. Voorbeelden hiervan zijn voorraden (je hebt iets van voorraad nodig om te kunnen starten) en te vorderen BTW (als bedrijf hoef je geen BTW te betalen, dat betekent dat je de BTW van de dingen die je koopt voor je onderneming mag terugvorderen van de belastingdienst),
Daarnaast maak je misschien nog wel andere kosten die nodig zijn om van start te kunnen gaan. Dit kunnen bijvoorbeeld reclamekosten zijn. Denk hierbij aan kosten voor marktonderzoek en bijvoorbeeld het maken en drukken van visitekaartjes / folders.
Opdracht voor het ondernemingsplan:
Je hebt als het goed is bij de verschillende P's al een aantal bedragen beschreven die nodig zijn om je bedrijf op te starten (denk aan het bedrijfspand en inrichting van jullie onderneming). Deze kun je overnemen in je investeringsplan.
Bekijk en open eerst het Excel bestand '2021 Het financiële plan vereenvoudigd vrij keuzevak EXCEL' in Hoofdstuk 4 : Financiën.
Bekijk en open ook het bestand 'Hoofdstuk 4: het financiele plan verantwoording' in Hoofdstuk 4: Financiën.
Sla bovenstaande bestanden goed op op je computer! Je gaat de komende weken in deze bestanden verder werken.
Je hebt nu twee bestanden open staan. Deze vul je naast elkaar in.
Bijvoorbeeld: Gebouw / verbouwing --> Je gaat onderzoeken wat je gebouw kost (alleen als je het koopt) en wat de eventuele verbouwing gaat kosten. Dit ga je beschrijving in het WORD bestand. Zodra je dit gedaan hebt en de bedragen bij elkaar hebt getelt, vul je het bedrag in het EXCEL bestand in onder het kopje 'gebouw / verbouwing'.
Zo doe je dat ook voor Inventaris / inrichting / gereedschap, Voorraad goederen, te vorderen BTW en reclamekosten.
Je werkt dus steeds in 2 documenten --> in je WORD-bestand en je EXCEL-bestand.
Het voorbeeld document in de wikiwijs mag je gebruiken om op weg te komen, pas natuurlijk wel de dingen aan naar je eigen situatie.
Wij begrijpen als docenten dat dit lastig is. Vraag daarom meteen om hulp als je vastloopt. Wij helpen je graag!
LET OP! Verander niets aan de cellen in EXCEL! Als er automatisch iets wordt ingevuld, dan hoef jij er niets meer mee te doen. Dat wordt namelijk al voor je gedaan!
Na elke week voeg je het EXCEL-bestand en je WORD bestand toe in google classroom.