Bron 1: BESTAANSMIDDELEN

Voor bijna alle mensen geldt dat ze moeten werken om te kunnen leven. Door te werken verdien je geld. Met dat geld kun je kopen wat je nodig hebt: eten en drinken, een huis, een auto en nog veel meer dingen natuurlijk. Wanneer je werkt en geld verdient, kun je een bestaan opbouwen.

Alle soorten werk bij elkaar noemen we de bestaansmiddelen. Iedereen die werkt, doet dat in een bepaalde sector. We kennen drie sectoren van werk:

- de eerste sector. Deze sector wordt ook wel de primaire sector genoemd. Primair is een ander woord voor eerste. In deze sector gaat het om de landbouw. De landbouw wordt de primaire sector genoemd, omdat het de oudste sector is.

- de tweede sector. Deze sector wordt ook wel de secondaire sector genoemd. Secundair is een ander woord voor tweede. Deze sector kwam op in de 19e eeuw. de tijd van de Industriƫle Revolutie. Dit is de periode waar men op grote schaal producten in fabrieken begon te maken. Deze sector is de industrie.

- de derde sector. Deze sector wordt ook wel de tertiaire sector genoemd. Tertiair is een ander woord voor derde. Het gaat hier om de diensten. Deze sector kwam als laatste op. Er is ook een vierde sector. Het verschil tussen de derde en de vierde sector is dat men in de derde sector werkt om winst te maken. Daarom wordt deze sector ook wel de commerciƫle sector genoemd. De vierde sector