Als onderwijsassistent heb je tal van taken. Je helpt een leerkracht in de klas en stimuleert leerlingen zodat zij actief meedoen. Je ondersteunt leerlingen die extra begeleiding nodig hebben. Je signaleert problemen in de groep en bespreekt die met de leerkracht. Je houdt toezicht buiten en begeleidt leerlingen tijdens schoolreisjes, of sportdagen en tijdens excursies naar musea. Je helpt de leerkracht tijdens ouderavonden en geeft een presentatie of uitleg.
Om een goede onderwijsassistent te kunnen zijn, wordt van je verwacht dat je zaken kunt organiseren en kennis kunt overbrengen. Je hebt uitstekende communicatieve vaardigheden nodig. Je beschikt over empathisch vermogen, kunt flexibel omgaan met problemen, kunt samenwerken met collega’s en ouders. De basis voor je werk als onderwijsassistent is een goed contact met leerlingen, collega’s en ouders.
De term kindprofessional verwijst naar ontwikkelingen in het werkveld waar de opleiding GPM en OA steeds meer gecombineerd worden. Beide streven hetzelfde doel: kinderen stimuleren in hun ontwikkeling.
Allemaal ontwikkelingen die vragen om een professional die van wanten weet als het gaat om leren en ontwikkelen.