Onderwijsinstelling: Albeda College
Het Albeda college geeft waarde aan relatiebeheer. Het onderhouden van de relatie met werkgevers is om meerdere redenen van essentieel belang. Een goede begeleiding van studenten wordt gewaarborgd door aandacht voor de inhoudelijke rol en faciliteiten van de BPV-begeleider. Tijdens de BPV-periode is het minimaal driemaal contact met de student en zijn praktijkopleider (via bezoek, digitaal en/of telefonisch). Hiervan is minimaal 1 keer fysiek contact bezoek. Bij een internationale stageplek is het bij korter dan 10 weken minimaal twee contactmomenten (1 fysiek contact bezoek en 1 telefonisch). Bij behoefte kan er meerdere bezoeken afgelegd worden, dit kan te maken hebben door problemen of knelpunten of studenten die extra zorg/begeleiding nodig hebben. Alle BPV- momenten worden in een gespreksverslag vastgelegd in Eduarte.
De studenten zoeken in het begin hun eigen stageplek. De eerste periode van het schooljaar wordt hiervoor aandacht aanbesteed. Indien dat de student geen stage kan vinden voor het start van hun stageperiode kan de BPV-coördinator ingeschakeld worden. De BPV-coördinator kan meekijken voor een stageplek. Zij heeft vaak wel een lijst met erkende leerbedrijven (netwerk). Er zijn ook leerwerkplaatsen: Door in leerwerkplaatsen de beroepspraktijk en het beroepsonderwijs sterker met elkaar te vervlechten, anticipeert Albeda samen met haar partners op deze ontwikkelingen. Zo zet Albeda samen met het werkveld de toon. Het onderwijs vindt steeds meer buiten de muren van het klaslokaal en de school plaats. Docenten verzorgen het onderwijs voor studenten op locatie van het bedrijf instelling of op centrale plekken in een stadswijk (Leerwerkplaatsen | Albeda, z.d.).
Albeda participeert samen met meerdere colleges in het project Kompas 21. Het doel van het project is dat studenten inzicht krijgen in de 21ste-eeuwse vaardigheden. Dit is dan ook relevant van het vinden en het behouden van je werk (toekomst).
In het beleid worden verschillende rollen betrokken bij BPV beschreven aan de hand van hun inhoudelijke rol, verantwoordelijkheden, kritische werksituaties en competenties.
De studenten hebben opdrachten vanuit school die op BPV gedaan moeten worden. Ook de examens van studenten worden voor het grootste gedeelte op BPV gedaan. Dit betekent ook voor een relatiebeheer tussen student, BPV en school (transparant). De beoordelaars moeten wel onafhankelijk zijn en bezit zijn van een examinatoren certificaat van het Albeda.
Na het invullen en inleveren van de BPV-forumlier, worden praktijkovereenkomsten (POK) gemaakt. Dit wordt naar studenten en BPV-plekken verstuurd om het te ondertekenen. Als de contracten getekend zijn beginnen de stage uren en kunnen de studenten hun uren invoeren en door BPV laten ondertekenen. Het aantal uur en periode is per opleiding binnen Albeda divers vastgesteld.
In de BPV-protocol is het proces weergegeven:
Onderwijsinstelling: Albeda Startcollege
De studenten op het Albeda Startcollege volgen de opleiding niveau 1: Dienstverlening Zorg en Welzijn. Zij lopen vanaf de maand november stage, dit gebeurt 3 keer in de week (24u) voor de rest van het hele schooljaar. De stageplek moet een erkend leerbedrijf zijn, anders is het niet mogelijk om hier stage te kunnen lopen. De studenten zoeken in eerste instantie zelf naar een stageplek. Hier wordt vanaf het begin van het schooljaar aandacht aan besteed. De studenten hebben dus vanaf september (mag ook eerder) de tijd om een stageplek te vinden voor in de maand november. Als zij geen stageplek kunnen vinden, wordt de stage coördinator ingeschakeld. Zij heeft vaak wel een lijst met erkende leerbedrijven waar de studenten uiteindelijk hun plekje kunnen vinden. Als er niet voldoende aanbod is, hebben de studenten ook nog de mogelijkheid om stage te lopen in het gebouw van het Albeda College zelf. Hierbij kun je denken aan de kantine van de school.
De studenten moeten 120 uur stage-uren maken. Dit wordt bijgehouden door de studenten zelf en getekend door de stagebegeleiders (als bevestiging) en moet uiteindelijk worden ingeleverd bij de docent. Ook krijgen de studenten stage-opdrachten waarbij ze moeten kunnen aantonen dat ze bekwaam en bevoegd zijn voor het verrichten van bepaalde handelingen. De stageopdrachten bestaan uit verschillende onderdelen waarbij de student zelf 3 onderdelen mag kiezen die hij/zij het beste kan uitvoeren/aantonen op de stageplek.
De stage-coördinator gaat twee keer per jaar langs op stagebezoek en bespreekt de voortgang van de stage samen met de student en stagebegeleider. Voor het tweede gesprek, zorgen de studenten ervoor dat zij de stageopdrachten hebben afgrond en bespreken zij dit met de stage coördinator en de stagebegeleiders. Hier krijgen zij uiteindelijk als beoordeling een GO of NO GO voor. Op het moment dat de student een NO GO krijgt voor een onderdeel, is het mogelijk om deze te herkansen op dezelfde stageplek, maar ook kunnen ze ervoor kiezen om de stageopdracht mee te nemen naar een volgende stageplek en deze vervolgens daar ook uitvoeren. Als het nodig is, is het mogelijk (in overleg) dat de stage coördinator vaker langskomt voor een evaluatie/gesprek. Dit gebeurt in bepaalde situaties, waarbij de student en het leerbedrijf soms kunnen botsen of als er onvoldoende prestatie wordt uitgevoerd door de student zelf.
Het leerbedrijf kan ervoor kiezen om de student een vergoeding te geven, maar dit hoeft niet altijd. Dit bepaalt het leerbedrijf zelf. Sommige leerbedrijven kiezen er dan ook voor, om alleen de reiskosten te vergoeden. Deze afspraken worden gemaakt tussen de student en leerbedrijf. De school houdt zich hiermee buiten.
Onderwijsinstelling: Da Vinci (niv 3 en 4)
Het Da Vinci college streeft naar een hybride leeromgeving, de studenten worden in het onderwijs zo voorbereid dat zij hun kennis en ervaringen kunnen inzetten binnen bedrijven en/of instellingen als stage onderdeel. De stage oftewel de beroepspraktijkvorming (BPV) is een verplicht onderdeel binnen het mbo, tijdens de BPV worden zij klaargestoomd als beginnend beroepsoefenaar.
De BPV kunnen we verdelen in twee groepen namelijk de Beroeps opleidende leerweg (BOL) en de beroepsbegeleidende leerweg (BBL), de verwachting van de bol studenten zijn dat zij merendeels de kennis en ervaringen opdoen op school. Van de BBL studenten wordt het tegenovergestelde verwacht, deze studenten combineren het onderwijs met de werkplek, hierbij gaan zij 1 dag in de week naar school en zijn zij 4 dagen op het werkveld. De kennis en ervaringen krijgen zij vooral mee van hun leerwerkplek (ROC Da Vinci college, 2022).
Door verschillende lessen worden studenten voorbereid op de BPV, de voorbereidingen bestaan uit: opdrachten, meeloopdagen, begeleiding en uitleg van de docenten.
Voordat een stage kan starten wordt er een praktijkovereenkomst (POK) getekend door het DA Vinci college, stagebegeleider/ster en student hierin zijn een aantal regels opgenomen die gelden binnen de regel en wetgeving van Nederland. Daarnaast krijgt elk betrokkenen een exemplaar van de POK (ROC Da Vinci college, 2022).
Tijdens de BPV worden de studenten gekoppeld aan een stagebegeleider/ster, daarnaast worden de studenten ondersteund door een BPV-docent bij wie de studenten terecht kunnen bij vragen, onduidelijkheden of eventuele problemen binnen de BPV.
De BPV-docent heeft ook nauw contact met de stagebegeleider/ster hierin geldt hetzelfde als voor de student bij vragen, onduidelijkheden of eventuele problemen binnen de BPV kunnen zij contact opnemen met de BPV-docent. Daarnaast is de BPV-docent er ook voor een stagebezoek, de docent komt dan langs om te kijken hoe het gaat onder de nom van evalueren. Per periode komt de BPV- docent in ieder geval 1 keer langs voor de evaluatie.
Het aantal verplichte stage uren is per opleiding verschillend, de verplichte uren worden berekend aan de hand van de opleidingsduur, soort opleiding, het leerjaar en hoeveel perioden er stage gelopen moet worden (ROC Da Vinci college, 2022).
Naast dat de BPV een verplicht onderdeel is binnen het mbo is de student ook verplicht om de BPV- periode met minimaal een voldoende af te ronden. Als de student een onvoldoende als beoordeling krijgt dan heeft de student betreft de BPV nog 1 herkansing. Als de herkansing ook met een onvoldoende wordt beoordeeld hangt hier consequenties aan vast, dit wordt verder met de student opgepakt (ROC Da Vinci college, 2022).
Onderwijsinstelling: Avicenna College
Op het voortgezet onderwijs, Avicenna college is er geen bpv beleid. Wel vindt de vakgroep zorg/ welzijn het belangrijk dat pre- examenleerlingen 20 uur snuffel stagelopen in een zelf gevonden leerbedrijf zodat ze zich oriënteren in verschillende baan en studiemogelijkheden binnen het gekozen profiel. De leerlingen maken een sollicitatiebrief tijdens de les zorg waarna het verbeterd wordt tijdens de les Nederlands. Leerlingen die geen stageplek kunnen vinden worden geholpen door de mentor die adresjes heeft waar ze wel eventueel kunnen stagelopen. De docenten hebben tussentijds contact met het leerbedrijf om op de hoogte te blijven van de ontwikkelingen van de leerlingen. Het stagebedrijf tekent de uren en stageovereenkomst van de leerlingen. De leerlingen krijgen ook een boekje met opdrachten zoals, een dagboek bijhouden, je begeleider binnen het stagebedrijf interviewen, en opdrachten die uitgevoerd dienen te worden in het leerbedrijf zodat ze kennis maken met het bedrijf en beroep. Dit wordt gedaan met als doel: leerlingen laten oriënteren wat ze wel en niet leuk vinden om te doen, zodat ze een gepaste keuzen kunnen maken met het kiezen van een toekomstig beroep op het mbo. Na de gelopen snuffelstage krijgen de leerlingen hiervoor een cijfer.
Onderwijsinstelling: Ashram College (VMBO)
Bij het Ashram College is er geen bpv-beleid. Wel moeten de Zorg en Welzijn en Dienstverlening en Product in het derde en vierde jaar een oriënterende- en een beroepsgerichte stage lopen. In het derde jaar is de stage gericht op het kennis maken met stagelopen. De leerlingen hoeven niet per se een keuze te hebben gemaakt voor bepaalde richting. Bij de vierde jaarsstage wordt er wel verwacht dat de leerlingen een bewuste keuze maken voor een stageplaats. De stage is bedoeld om oa inzicht te krijgen in het beroep en voor de keuze voor de vervolgopleiding die zij op het MBO gaan volgen. Beide stages moeten met een voldoende worden afgerond. Zij staan in het PTA als Handelingsdeel. Bij het uitblijven van een voldoende zal de examencommissie een advies moeten geven. Uitgangspunt is geen bpv betekent geen deelname aan het (landelijke) eindexamen.