Have to, must en should zijn hulpwerkwoorden die je gebruikt om bevelen of advies te geven: dus om aan te geven dat iets moet of beter zou zijn om te doen. |
|
Have to gebruik je om aan te geven dat iets moet. Het klinkt informeel. In het Nederlands gebruik je ‘moeten’: |
|
This is one of the most important questions we have to answer. |
Dit is een van de belangrijkste vragen die we moeten beantwoorden. |
Must gebruik je, net als have to, om aan te geven dat iets moet, maar het klinkt formeler en dwingender. Je gebruikt must vooral voor wetten, regels en bevelen – dus als iets echt belangrijk is. In het Nederlands gebruik je dan vaak ‘moet(en) (echt)’: |
|
You must be 18 years or older to use this service. You must take your pills. |
Je moet (echt) achttien jaar of ouder zijn om deze dienst te gebruiken. Je moet (echt) je pillen innemen. |
Must betekent ook: iets is logisch. Je gebruikt must om te zeggen dat iets niet anders kan: het moet wel zo zijn. In het Nederlands gebruik je dan vaak ‘moet(en) (toch) wel’. |
|
He must be ready by now. |
Hij moet nu toch wel klaar zijn. |
Should betekent: iets zou moeten, iets is belangrijk. Je gebruikt should in adviezen. In het Nederlands gebruik je vaak ‘zou(den) eigenlijk moeten’ of ‘kan / kunt / kunnen beter’. |
|
You should tell your sister you’re sorry. You should finish your homework first. |
Je zou eigenlijk sorry moeten zeggen tegen je zusje. Je kunt beter eerst je huiswerk afmaken. |