Lees de volgende tips, omdat je die zometeen gaat gebruiken voor een spreekopdracht.
Wat: Je gaat een gesprek aan met de tips die je hebt gelezen.
Wie: Met een klasgenoot.
Hoe: In het Engels
Hulp: Probeer het zelf en dan pas kan je naar de docent.
Tijd: Je krijgt daarvoor maximaal 10 minuten voor.
Uitkomst: De tips doorgenomen en gebruikt in de spreekopdracht.
Klaar: Als je het hebt gelezen dan kan je gelijk beginnen met de spreekopdracht.
TIP 1 Speaking about sports: to play, to go or to do?
Use to play with competitive games or ball sports. Use to do with (group) activities or non-team sports. Use to go with activities that end with -ing.
TIP 2 Use a or an with jobs.
In English you need to use a or an when speaking or writing about jobs.
Say: 'He's an electrician' or 'I am a hairdresser'.