Begrippen

Teelballen: produceren de zaadcelen.
Zaadcellen/spermacellen: mannelijke geslachtscellen.
Balzak: huidplooi om de teelballen heen. De temperatuur in de balzak is iets lager dan die in de buikholte. Dit is gunstig voor de ontwikkeling van de zaadcellen.
Bijballen: tijdelijke opslag ruimte voor de zaadcellen.
Zaadleiders: vervoeren de zaadcellen.
Zaadblaasje: voegt vocht toe aan de zaadcellen. De vocht van de zaadblaasjes bevat voedingsstoffen.
Prostaat: voegt vocht toe aan de zaadcellen.
Sperma: vocht van de zaadblaasjes + de prostaat + de zaadcellen= sperma.
Penis: mannelijk geslacht.
Eikel: gevoelige top van de penis.
Voorhuid: bedekt de eikel met een dunne huidplooi.
Erectie: als de penis groter en stijf wordt wordt dat een stijve of erectie genoemd.
Zwellichaam: zorgt voor de erectie.
Geslachtsgemeenschap: seks hebben.
Zaadlozing: het sperma komt met schokken dooor de urinebuis naar buiten.
Zweepstaart: een staart waar de zaadcel zich naar voren kan bewegen.