Geboorteregeling: een vrouw en meestal samen met een man bepaald of zij een kind willen of niet.
Anticonceptiemiddelen: als een vrouw niet zwanger wilt worden kan zij en/of de man voorbehoedsmiddelen of anticonceptiemiddelen gebruiken.
Periodieke onthouding: de man en vrouw hebben geen geslachtsgemeenschap tijdens de vruchtbare periode van ongeveer 5 dagen.
Coïtus interruptus (onderbroken geslachtsgemeenschap): hierbij trekt de man zijn penis uit de vagina terug als hij zijn zaadlozing voelt aankomen.
Condoom: dun rubber hoesje dat om de penis in de erectie wordt geschoven. vangt het sperma op.
Morning-afterpil: een pil die een grote hoeveelheden hormonen bevat die er voor zorgt dat de zwangerschap stopt. deze pil moet binnen 72 uur na geslachtsgemeenschap ingeslikt worden.
Overtijd: als een vrouw zwanger is, wordt ze niet ongesteld. de dag dat ze ongesteld had moeten worden is ze overtijd.
Abortus: een methode om de zwangerschap af te breken.
Seksueel overdraagbare aandoening (soa's)/geslachtsziekte: ziekte die je kan krijgen via intiem lichamelijk contact met iemand die besmet is.
Soa-test: om te checken of je soa hebt kan je een soa test doen.
Chlamydia: komt vooral voor bij mensen tussen 15 en 30 jaar. zorgt voor ontsteking van de anus, baarmoedermond en de urinebuis.
Hiv: Human Immunodeficiency Virus. kan je oplopen door onveilig seks, via bloed, sperma, vaginaal, vocht of voorvocht van een besmette persoon.
Seropositief: iemand die positief is met hiv, of te we hiv heeft.
Hiv-remmers: medicijnen die de vermenigvuldiging remmen van het virus in het lichaam. hiv-infectie is niet te genezen.
Aids: het afweersysteem van de besmette persoon is aangetast. hierdoor wordt deze persoon vatbaar voor allerlei ziekten, zoals darm- en longontsteking of huidkanker. Aids heeft geen specifieke ziekte verschijnselen.
